Owner’s Manual

51 Nl
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
AANVULLENDE INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem dat u ervaart, niet
hieronder in de lijst voorkomt, of als de instructies hieronder niet helpen, stelt u dit toestel in op de stand-bymodus,
verwijdert u het netsnoer en neemt u contact op met de dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Algemeen
Foutopsporing
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
pagina
De stroom gaat niet
aan.
Het veiligheidscircuit werd 3 keer achter
elkaar geactiveerd. Als het toestel zich in
deze toestand bevindt, knippert de stand-
byindicator op het toestel als u probeert
het toestel in te schakelen.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de stroom van dit
toestel niet worden ingeschakeld. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -
servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
12
De interne microcomputer blijft hangen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag en ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Schakel de A (stroom) uit op het voorpaneel en zet
weer AAN na ten minste 15 seconden. (Als het
probleem zich blijft voordoen, koppelt u het netsnoer
los van het stopcontact en sluit u het netsnoer
opnieuw aan.)
De stroom gaat niet
uit.
De interne microcomputer blijft hangen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag en ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Schakel de A (stroom) uit op het voorpaneel en zet
weer AAN na ten minste 15 seconden. (Als het
probleem zich blijft voordoen, koppelt u het netsnoer
los van het stopcontact en sluit u het netsnoer
opnieuw aan.)
Geen geluid. Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
11
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de INPUT-
selector op het voorpaneel (of een van de
signaalkeuzetoetsen op de afstandbediening).
21
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet
correct ingesteld.
Zet de overeenkomende SPEAKERS A of
SPEAKERS B aan.
21
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
11
Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de dempen uit.
9
De Max volume- of Initial volume-
instelling is te laag.
Controleer de instellingen voor “Max Volume” en
“Initial Volume” in het menu “Setup”.
47
Het component die overeenkomt met de
geselecteerde signaalbron is
uitgeschakeldof speelt niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.
De audio-uitgang van een apparaat dat op
een digitale audio-ingang (COAXIAL/
OPTICAL-aansluitingen) is aangesloten,
is op iets anders dan PCM ingesteld.
Stel de audio-uitgang van het aangesloten apparaat in
op PCM,