User Manual

Table Of Contents
Nederlands
31 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan in wachtstand, haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Algemeen
VERHELPEN VAN STORINGEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel kan niet worden
ingeschakeld.
Het netsnoer is niet goed aangesloten of de
stekker is niet goed in het stopcontact
gestoken.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De instelling voor impedantie van de
luidspreker is te laag.
Gebruik luidsprekers met de juiste
impedantie.
10
De beveiliging is in werking getreden door
een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar
niet raken en zet dan het toestel opnieuw
aan.
9
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Schakel het toestel in wachtstand, koppel
het netsnoer los, sluit het weer aan na 30
seconden en gebruik het toestel vervolgens
normaal.
Geen geluid Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het
probleem niet verhelpt, zijn de kabels
mogelijk defect.
9
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Druk op een van de invoerkeuzetoetsen op
de afstandsbediening om een geschikte
ingangsbron te kiezen.
12
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet
correct ingesteld.
Zet de juiste luidsprekers aan
(SPEAKERS A of SPEAKERS B).
12
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
9
Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de dempingsfunctie uit.
6
MAX VOL of INITIAL VOLUME is te
laag ingesteld.
Stel de instelling in op een hoger niveau.
30
De component die hoort bij de gekozen
invoerkeuzetoets is uitgeschakeld of speelt
niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat
hij afspeelt.
Het geluid valt plotseling weg. De beveiliging is in werking getreden door
een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar
niet raken en zet dan het toestel opnieuw
aan.
9
Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het
bovenpaneel niet worden geblokkeerd.
De SLEEP-functie is geactiveerd en het
toestel is in de wachtstand gegaan.
De sluimerklok annuleren.
12
De AUTO POWER STANDBY heeft dit
toestel in de wachtstand gezet.
Verhoog de instelling voor AUTO
POWER STANDBY of schakel de
instelling uit (OFF) in het optiemenu door
op MENU te drukken.
30
Er komt slechts aan één kant
geluid uit de luidspreker.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het
probleem niet verhelpt, zijn de kabels
mogelijk defect.
9
De BALANCE L/R-regelaar is verkeerd
ingesteld.
Stel de BALANCE L/R-regelaar in op de
geschikte stand.
6
De lage tonen klinken te zwak
en de weergave is sfeerloos.
De plus- en min-kabels (+ en –) zijn
verkeerd om aangesloten op de versterker
of de luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste
fase (+ en –).
9
U hoort een “gezoem”. Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekers stevig aan. Als dit
het probleem niet verhelpt, zijn de kabels
mogelijk defect.
9