User Manual
N
a
s
l
a
g
w
e
r
k
70 PSR-S500 Gebruikershandleiding
De functies
Via de functies beschikt u over een groot aantal gedetailleerde en algemene
instrumentparameters, bijvoorbeeld voor het aanpassen van de stemming, het
instellen van het splitpunt en het bewerken van voices en effecten.
Er zijn in totaal 49 functieparameters.
1
Zoek de functie die u wilt instellen in de
lijst die begint op pagina 71.
2
Druk op de knop [FUNCTION].
3
Selecteer een functie. Druk enkele
malen op de knoppen CATEGORY [ ]
en [ ] knoppen totdat de naam van de
functie in de display verschijnt.
Kijk eens naar de functielijst op pagina 71.
De naam van het vorige item in de lijst wordt
linksboven weergegeven en de naam van het
volgende item in de lijst staat rechtsboven het
momenteel geselecteerde item.
4
Gebruik de draaiknop of de knoppen [+/
YES] en [-/NO] om de parameters in te
stellen.
De knoppen [+/YES] en [-/NO] worden
gebruikt voor AAN/UIT-instellingen: [+/YES]
= AAN, [-/NO] = UIT.
In sommige gevallen wordt de knop [+/YES]
gebruikt om de geselecteerde functie uit te
voeren en de knop [-/NO] om de selectie te
annuleren.
Druk tegelijkertijd op de [–/YES] en [+/NO]
knoppen om de standaardinstelling (met
uitzondering van de aanvankelijke instelling
van MIDI).
Functies selecteren en instellen
f
r
Vorig item
Functie-
groep
Volgend item
Momenteel geselecteerd item
Parameter
• Verhoogt de waarde
met 1
• AAN
• Uitvoeren
• Verlaagt de waarde
met 1
• OFF
• Annuleren
Druk deze
tegelijkertijd in om de
standaardinstelling
terug te roepen.