User Manual

reface Naslaggids
4
Het scherm Operator Settings (pagina 2)
Instelling van KSC (Keyboard Scaling)-niveau (pagina 3)
Met keyboardscaling kunt u het effect van de envelope aanpassen op basis van het gedeelte van het keyboard dat wordt bespeeld.
Op deze manier kunt u een balans tussen toon en volume bereiken die vergelijkbaar is met die van akoestische instrumenten.
Het keyboard wordt in tweeën verdeeld bij het breekpunt (vast op C3 op de reface DX). De hoge zijde aan de rechterkant wordt
ingesteld met de R Depth en de R Curve; de lage zijde aan de linkerkant wordt ingesteld met de L Depth en de L Curve.
1 LEVEL 0 tot 127
Hiermee wordt het uitgangsniveau ingesteld.
In het geval van draaggolven wordt hiermee het volume gewijzigd.
In het geval van modulators wordt hiermee de mate gewijzigd waarin de
draaggolven worden gemoduleerd.
Deze waarde wordt ook weergegeven als u op de knop [LEVEL] drukt.
2
VEL.S (Velocity
Sensitivity)
0 tot 127
Wordt gebruikt om het volume en/of de toon te wijzigen op basis van hoe hard
u de toetsen bespeelt. Met de instelling '0' is er geen wijziging. Hoe hoger
de waarde, hoe groter de mate van wijziging.
3 FB (Feedback)
-127 (SQUARE) tot
0 tot +127 (SAW)
Hiermee selecteert u het feedbackniveau.
Van “+1” tot “+127” verandert de golfvorm van sinus naar zaagtand; van “-1” tot
“-127” verandert de golfvorm van sinus naar blok.
Bij “0” wordt geen feedback toegepast en houdt de golfvorm de normale sinusvorm.
Deze waarde wordt ook weergegeven als u op de knop [FB] drukt.
4
KSC-Rate
(Keyboard
Scaling Rate)
0 tot 127
Hiermee stelt u in hoe de snelheid van de EG-wijzigingen verandert op basis
van het gedeelte van het keyboard dat wordt bespeeld. Hoe hoger de waarde,
hoe sneller de EG-wijzigingen voor de hoge zijde in vergelijking met de lage zijde.
1 L Depth
-127 tot 0 tot +127
Hiermee stelt u de mate van keyboardscaling aan de linkerkant van het keyboard in.
Als dit is ingesteld op '0', wordt geen keyboardscaling toegepast.
2 L Curve
LIN (lineair) De diepte verandert lineair van het breekpunt naar de linkerkant van het keyboard.
EXP (exponentieel)
De diepte verandert exponentieel van het breekpunt naar de linkerkant van het
keyboard.
3 R Curve
LIN (lineair) De diepte verandert lineair van het breekpunt naar de rechterkant van het keyboard.
EXP (exponentieel)
De diepte verandert exponentieel van het breekpunt naar de rechterkant van het
keyboard.
4 R Depth
-127 tot 0 tot +127
Hiermee stelt u de mate van keyboardscaling aan de rechterkant van het keyboard in.
Als dit is ingesteld op '0', wordt geen keyboardscaling toegepast.
1234
1
LR
234
Breekpunt (C3)
0Diepte
+127
-127
LIN LIN
LIN LIN
EXP
EXP
EXP
EXP
C2 C5
Breekpunt (C3)
L Curve R Curve