Operation Manual

11
reface CS/DX/CP/YC Gebruikershandleiding
Functies van componenten op het voorpaneel
CS
q
!0
-1
!0
-2
!1
-1
!0
-3
!0
-4
!0
-5
!0 !1
!1
-3
!1
-2
C5
t-1. LOOPER-schuifregelaar
CLEAR
Hiermee verwijdert u opgenomen
loopfrasen.
REC
Bij het opnemen van de
eerste frase:
Hiermee zet u de Phrase Looper
in de modus Recording Standby.
De opname start zodra u het
keyboard bespeelt terwijl REC
is geselecteerd.
Bij het opnemen van de tweede
en volgende frasen (overdubben):
De opname start zodra u de
schuifregelaar in de positie REC zet.
PLAY
Met deze toets start u het afspelen.
Als u van REC naar PLAY
schakelt, stopt de opname en start
het afspelen van de opgenomen
loopfrase(n). Als u van PAUSE
naar PLAY schakelt, begint loop-
afspelen vanaf de volgende tel.
Als u van STOP naar PLAY
schakelt, begint loop-afspelen
vanaf het begin van de loop.
PAU SE
Als u van PLAY naar PAUSE
schakelt, wordt het loop-afspelen
onderbroken.
STOP
Stopt het afspelen.
t-2. [TEMPO]-schuifregelaar
Hiermee kunt u het tempo van loop-afspelen
aanpassen. Als de schuifregelaar zo laag
mogelijk staat, is het tempo 30 BPM; als deze
zo hoog mogelijk staat is dat 300 BPM.
yLFO-sectie
Hiermee kunt u de instellingen van de
oscillator voor lage frequenties (LFO)
aanpassen.
y-1. [ASSIGN]-schuifregelaar
Hiermee kunt u selecteren wat er met de LFO
wordt gemoduleerd.
y-2. [DEPTH]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de diepte van de LFO
(de mate van het effect) aanpassen.
y-3. [SPEED]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid (of frequentie)
van de LFO aanpassen.
u[PORTAMENTO]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de portamentotijd en de
afspeelmodus van het instrument als geheel
instellen.
OSC
(Oscillator)
Unieke oscillatorparameter
wordt gemoduleerd. Welke
parameters worden
gemoduleerd, is afhankelijke
van de instelling van de
schuifregelaar OSC [TYPE].
PITCH
De toonhoogte van de
oscillator wordt gemoduleerd.
FILTER
De filterafkapfrequentie wordt
gemoduleerd.
AMP
Het volume van de oscillator
wordt gemoduleerd.
UIT
De LFO heeft geen effect.
Hiermee zet u het instrument
in de modus Monophonic
(monofoon) en past u de
portamentotijd aan.
MONO
Hiermee zet u het instrument
in de modus Monophonic
(monofoon).
POLY
Hiermee zet u het instrument
in de modus Polyphonic
(polyfoon). Portamento wordt
niet toegepast.