Operation Manual

22
reface CS/DX/CP/YC Gebruikershandleiding
Functies van componenten op het voorpaneel
Pagina 3: Het scherm System
Settings
Pagina 4: Het scherm Job
o[EFFECT]-knop
Hiermee kunt u het scherm Effect Settings
weergeven. Op dit scherm kunnen twee
verschillende Insert Effects worden
geconfigureerd. Elke keer dat u op de knop
drukt terwijl het scherm Effect Settings wordt
weergegeven, schakelt het scherm tussen de
parameters Effect 1 en Effect 2.
Voorbeeld: Het scherm Effect 1
Settings
Als u een effecttype selecteert met de
schakelaar aan de linkerkant, worden de
bewerkbare parameters voor dat effect aan
de rechterkant van het scherm weergegeven.
Veeg over of tik op de schuifregelaars van de
parameters om de instellingen te wijzigen.
Effecttypen
AUTO
P.O FF
(Auto
Power-Off)
ON, off
Hiermee activeert of
deactiveert u de
automatische
uitschakelfunctie.
SP
(Speaker
Output)
ON, off
Hiermee stelt u in of er
geluid moet worden
uitgevoerd uit de
luidsprekers.
SUSTAIN
(Sustain)
FC3,
FC4/5
Hiermee stelt u in welk
type sustainpedaal is
aangesloten op het
instrument.
Als u een pedaal
gebruikt die
halfdemperwerking
ondersteunt, stelt
u deze parameter in
op "FC3".
CONTRAST
(Contrast)
0–63
Hiermee past u het
contrast van de display
van het instrument aan.
EDIT RECAL
(Edit Recall)
Hiermee stelt u de
momenteel geselecteerde
voice weer in op de meest
recente bewerkte toestand.
Dit kan nodig zijn als u tijdens
het bewerken naar een
andere voice bent gegaan.
VOICE INIT
(Voice
Initialize)
Hiermee stelt u de
geselecteerde voice in
op de standaardtoestand
(een sinusgolf).
VOICE RECALL
(Voice Recall)
Hiermee stelt u de
momenteel geselecteerde
voice weer in op de
standaardfabrieksinstellingen.
FCTRY RESET
(Factory Reset)
Hiermee stelt u alle
parameters van het
instrument weer in op de
standaardfabrieksinstellingen.
THRU
Er worden geen effecten
toegepast.
DIST
Er wordt vervorming toegepast.
DRIVE en TONE kunnen
worden aangepast.
T.WAH
Er wordt Touch Wah toegepast.
SENS en REZ kunnen worden
aangepast.
CHO
Er wordt chorus toegepast.
DEPTH en RATE kunnen
worden aangepast.
FLA
Er wordt een flanger toegepast.
DEPTH en RATE kunnen
worden aangepast.
PHA
Er wordt een phaser toegepast.
DEPTH en RATE kunnen
worden aangepast.
DLY
Er wordt vertraging toegepast.
DEPTH en TIME kunnen
worden aangepast.
REV
Er wordt reverb toegepast.
DEPTH en TIME kunnen
worden aangepast.
Schakelaar Schuifregelaars