User Manual

2
De Pattern Mode
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk
RS7000 121
Display Parameters
[PATTERN] [SAVE] × 2
FILE TYPE = WAV, sample kit voice geselecteerd
FILE TYPE = WAV, pitched sample voice geselecteerd
FILE TYPE = SMF
1 FILE TYPE............................................................. [Knop 1]
[Instellingen] WAV, SMF
Specificeert het type gegevensbestand dat wordt geëxporteerd.
Zie, voor beschrijvingen van de verscheidene
bestandssoorten “Iets over Bestandstypen” blz. 116.
Kopieer-beveiligde sample bestanden kunnen niet als WAV
bestanden geëxporteerd worden. Zie “Opmerkingen over
muziekkopieerrechten (blz. 21).
2
TRACK.................................................................... [Knop 2]
[Instellingen] 01 ~ 16
Selecteert de track die de te exporteren sample gebruikt.
Als de sample die gebruikt wordt door de geselecteerde track
een sample voice is, zullen het nummer en naam van de
sample op het display verschijnen.
3
NOTE.......................................................................[Knop 3]
[Instellingen] C-2 ~ G8
Als de sample die gebruikt wordt door de geselecteerde track
een sample kit voice is, selecteert deze parameter de noot
waaraan de te exporteren sample is toegewezen.
Als de sample die gebruikt wordt door de geselecteerde track
een sample voice is, zullen het nummer en naam van de
sample op het display verschijnen.
4
SCSI/CARD................................................................... [F4]
[Instellingen] SCSI, CARD
SCSI...................De harddisk, ZIP disk, of andere SCSI
disk die aangesloten is op de SCSI
aansluiting.
CARD............ Een geheugenkaart die in het
kaartslot is gestoken.
Selecteert de disk of kaart waarnaar de gegevens worden geëxporteerd.
Als CARD geselecteerd is en er bevindt zich een juist geformatteerde
geheugenkaart in het kaartslot, dan zal er een geheugenkaart icoon
verschijnen samen met het beschikbare geheugen op de kaart.
Als SCSI geselecteerd is en er is een juist geformatteerde
disk op de SCSI aansluiting aangesloten, dan zal er een disk
icoon verschijnen samen met de disk beschrijving, SCSI ID
nummer, naam van de partitie, en de hoeveelheid beschikbare
ruimte in de partitie.
5
OK.....................................................................................[F1]
Schakelt over naar de export uitvoer pagina.
Export Uitvoer Pagina
[PATTERN] [SAVE] × 2 [F1]
6 FILE NAME ........................................................... [Knop 1]
Verplaatst de cursor voor bestandsnaam invoer.
Gebruik [Knop 1] om de cursor naar de gewenste
karakterpositie te verplaatsen en gebruik vervolgens het
toetsenbord om het gewenste karakter in te voeren.
Zie “Hoofdstuk 1: Basis”, blz. 67 voor details over karakter-invoer.
3 451
2
[Knop 2]
[F4]
[F1]
[Knop 1]
[Knop 3]
Beschikbare
Ruimte
Icoon
Sample
Nummer
Sample
Naam
1 2 3
5
4
Sample
Nummer
Sample
Naam
Beschikbare
Ruimte
Icoon
[Knop 2]
[F4]
[F1]
[Knop 1]
[Knop 3]
1 45
Stijlnummer
Stijlnaam
Beschikbare
Ruimte
Icoon
Sectie
[Knop 1] [F4][F1]
OPM.
Bestandsnamen kunnen maximaal 8 karakters lang zijn
(exclusief de extensie). Verder, kan de bestandsextensie
niet veranderd worden.
Karakters die niet gebruikt kunnen worden in
bestandsnamen worden automatisch omgezet naar _.
6A 078 9
[Knop 1] [F2] [Knop 3]