User Manual

13. De Song Jobs
218 RS7000
EXC (System exclusive) ................ —
ALL (All events) ............................ —
Als het een BPM Track betreft:
Event Type Range (Bereik)
BPM (Tempo)
................................ —
Als het een SCENE Track betreft:
Event Type Range (Bereik)
ScnM (Scene Memory)
................... —
MutM (Mute Memory)..................... —
TrMt (Track Mute).......................... —
Deze job verplaatst alle instanties van gespecificeerde event
gegevens uit een gespecificeerd bereik van een track naar het-
zelfde bereik in een andere track.
De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 142).
1
Bron Track
[Instellingen] 01 ~ 16
Selecteert de track waarvan events geëxtraheerd worden.
2
Bron Bereik
[Instellingen]
Measure:Beat:Clock
001:1:000 ~ 999:16:479
4 Doel Track
[Instellingen] 01 ~ 16
■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de
PATTERN mode (blz. 142).
3
Event
Creëert continue pitch bend of besturingswijzigingsgegevens
over het gespecificeerd bereik.
De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 142).
1
Track
[Instellingen] 01 ~ 16, BPM, ALL
2
Range (Bereik)
[Instellingen]
Measure:Beat:Clock
001:1:000 ~ 999:16:479
3 Event Type
[Instellingen]
Als Track gelijk is aan 01 ~ 16:
Event Type Range (Bereik)
PB (Pitch bend)
............................. —
CC (Control change)
(Besturingswijziging)................. 000 ~ 127, ALL
CAT (Channel aftertouch)
.............. —
EXC (System exclusive) ................ —
Als Track gelijk is aan BPM:
Event Type Range (Bereik)
BPM (Tempo)
................................ —
5
Data
[Instellingen] 000 ~ 127
(-8192 ... +8191 voor pitch bend gegevens,
1,0 ~ 300,0 voor BPM gegevens)
■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de
PATTERN mode (blz. 142).
4
Times (Aantal keer)
6 Clock
13 Extract Event
OPM.
Als deze job wordt toegepast op een track die sample
voices gebruikt, dan zullen de sample voices niet naar
de doel track verplaatst worden maar de noot gege-
vens wel, met als resultaat dat de samples geen
geluid meer zullen produceren. Gebruik, om de
sample geluid te laten produceren, de MIXER sub
mode (blz. 194) om de juiste sample voice aan de
doel track toe te kennen.
2
4
1 3
[Knop 2] [Knop 3] [F4]
14 Create Continuous Data
21 5 6 3 4 7
[Knop 2] [Knop 3] [F4]