User Manual

14. Song bewerking
RS7000 225
4
De Song Mode
Behalve het bewerken en wissen van opgenomen gegevens in songs, kunnen met deze sub mode
nieuwe events ingevoerd worden.
Het kan gebruikt worden om fouten te corrigeren en ook om dynamiek of effecten, zoals vibrato, toe te
voegen om de song te verfijnen en te completeren.
Druk op [EDIT] vanuit de SONG Play mode om naar de song Edit Change pagina te gaan.
Druk tweemaal op [EDIT] vanuit de SONG Play mode om naar de View Filter pagina te gaan.
De details zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 154).
Song Bewerking Procedure
Om Track 1 ~ 16 te bewerken
De procedure is dezelfde als voor frase bewerking in de
PATTERN mode (blz. 154).
Om de BPM of SCENE/MUTE Track te bewerken.
1.
Selecteer de song die u wilt bewerken in de SONG Play
mode.
2. Selecteer, na het drukken op de [KEYBOARD] knop zodat
zijn indicator uit gaat, de te bewerken track door
gebruikmaking van de [TR-] en [TR+] toetsen op het
toetsenbord terwijl de [TRACK SELECT] knop ingedrukt is.
3. Druk op [EDIT] om naar de SONG Edit Change pagina te
gaan.
4. Gebruik [Knop 1] (↑↓) om de cursor naar het te bewerken
event te verplaatsen.
5. Gebruik [Knop 2] () om de cursor naar de te bewerken
event parameter te verplaatsen, en gebruik [Knop 4]
(VALUE) (WAARDE) om desgewenst de waarde te wijzigen.
Een bewerkt event zal op het display knipperen.
De maat, tel, en clock van een event kan bewerkt worden om zijn
locatie te wijzigen.
Als een event knippert (bewerkt wordt), dan kunt u de SUB
MODE knoppen als een numeriek toetsenbord gebruiken om
direct parameter waarden in te voeren.
6.
Druk, als de parameter desgewenst bewerkt is, op [ENTER]
om de wijziging te bevestigen en in te voeren (het event zal
niet meer knipperen).
Als de cursor naar een nieuw event wordt verplaatst, terwijl het
huidige event nog steeds knippert, dan wordt de bewerking van het
huidige event geannuleerd.
7.
Druk op [F2] (DELETE) (WISSEN) om het event bij de
cursor positie te verwijderen.
8. Druk op [F3] (INSERT) (INVOEREN) om naar de Insert
pagina te gaan als u nieuwe tempo of scene/mute events wilt
invoeren.
Stel de maat, tel, clock, en parameter in, en druk dan op [F3]
(DO!) om het event in te voeren.
9. Druk op [EXIT] om naar de SONG Play mode terug te gaan.
14. Song bewerking
OPM.
Zet, voordat u de song Edit mode binnen gaat, Memory Protection (Geheugen bescherming) uit (OFF)
(blz. 257). Als memory protection (geheugen bescherming) aan staat (ON), dan zal Memory Protected
(Beschermd geheugen) getoond worden als de [EDIT] knop wordt ingedrukt en het is dan niet mogelijk
om de song edit mode binnen te gaan.
Events bevatten noot events, programma wijziging events, en alle andere events die kunnen worden
opgenomen in een song track.
OPM.
De Solo functie kan niet gebruikt worden terwijl de
BPM track of Scene/Mute track bewerkt wordt.