User Manual

2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000
268 RS7000
Effect Zendniveau 1 (Nagalm Effect)
(Besturingsnummer 091)
Specificeert het effect zendniveau van de nagalm.
Effect Zendniveau 3 (Chorus Effect)
(Besturingsnummer 093)
Specificeert het effect zendniveau van het delay/refrein.
Effect Zendniveau 4 (Variatie Effect])
(Besturingsnummer 094)
Specificeert het effect zendniveau van de variatie.
Gegevens Toename (Besturingsnummer 096)
Gegevens Afname (Besturingsnummer 097)
Deze MIDI boodschappen verhogen of verlagen de waarde van
de pitch bend gevoeligheid, fijn afstemming, of grove
afstemming, die gemaakt zijn met gebruikmaking van RPN,
met één (blz. 269).
NRPN MSB (Non-Registered Parameter Number
MSB) (Besturingsnummer 099)
NRPN LSB (Non-Registered Parameter Number
LSB) (Besturingsnummer 098)
Wordt voornamelijk gebruikt als offset waarden voor vibrato,
filter, EG, drum setup en overige instellingen.
Data Invoer (blz. 267) wordt gebruikt om de parameter waarde
in te stellen na het specificeren van de parameter met
gebruikmaking van de NRPN MSB en LSB.
Als een NRPN eenmaal gespecificeerd is, dan wordt de vol-
gende gegevens invoer boodschap, die op hetzelfde kanaal
wordt ontvangen, als de waarde van die NRPN verwerkt.
Voorkom uitvoeringsfouten door een RPN Null boodschap
(7FH, 7FH) door te geven, na gebruikmaking van deze
boodschappen, om een besturingshandeling uit te voeren.
Zie “8. NRPN” voor informatie over de parameter. (blz. 270)
RPN MSB (Registered Parameter Number MSB)
(Besturingsnummer 101)
RPN LSB (Registered Parameter Number LSB)
(Besturingsnummer 100)
Wordt voornamelijk gebruikt als offset waarden voor pitch
bend gevoeligheid, afstemming, en andere part instellingen.
Data Invoer (blz. 267) wordt gebruikt om de parameter waarde
in te stellen na het specificeren van de parameter met
gebruikmaking van de RPN MSB en RPN LSB.
Als een RPN eenmaal gespecificeerd is, dan wordt de volgende
gegevens invoer boodschap, die op hetzelfde kanaal wordt ont-
vangen, als de waarde van die RPN verwerkt. Voorkom
uitvoeringsfouten door een Null boodschap (7FH, 7FH) door te
geven, na gebruikmaking van deze boodschappen, om een
besturingshandeling uit te voeren.
Zie “7. RPN” voor informatie over de parameter. (blz. 269)
Alle Geluid Uit (Besturingsnummer 120)
Zet het geluid uit voor alle huidige noten die geluid maken,
voor alle parts.
Alle regelaars resetten (Besturingsnummer 121)
Zet alle regelaars terug naar hun initiële waarden. De volgende
parameters worden beïnvloed: Pitch Bend, Channel Pressure
(Kanaal Druk), Polyphonic Key Pressure (Polyfonische Toets
Druk), Modulatie, Expressie, Hold 1, Portamento, Sostenuto,
Soft Pedal (Soft pedaal), Portamento Control (Portamento
Besturing), RPN*, NRPN* (* De RPN en NRPN worden
gespecificeerd alsof ze geen nummer hebben, en er worden
geen interne gegevens gewijzigd).
De volgende gegevens worden niet beïnvloed: Programma
Wijziging, Bank Selectie MSB en LSB, Volume, Pan, Droog
Verzendniveau, Effect Zendniveau 1, 3, en 4, Pitch
Gevoeligheid, Fijnafstemming, Grove Afstemming.
Omni Mode Uit (Besturingsnummer 124)
Voert dezelfde handeling uit als wanneer er een Alle Noten Uit
boodschap wordt ontvangen. Het voice ontvangstkanaal wordt
op 1 ingesteld.
Omni Mode Aan (Besturingsnummer 125)
Voert dezelfde handeling uit als wanneer er een Alle Noten Uit
boodschap wordt ontvangen. Alleen het voice ontvangstkanaal
wordt ingesteld op Omni Aan.
Mono (Besturingsnummer 126)
Voert dezelfde handeling uit als wanneer er een Alle Geluid Uit
boodschap wordt ontvangen. Als de 3e byte parameter (de
parameter die het mono nummer aangeeft) gelijk is aan 0 ~ 16,
dan worden de parts die met deze kanalen corresponderen
ingesteld op mono.
Poly (Besturingsnummer 127)
Voert dezelfde handeling uit als wanneer er een Alle Geluid Uit
boodschap wordt ontvangen, en stelt de parts die met deze
kanalen corresponderen in op poly.