User Manual

2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000
270 RS7000
8. Non-Registered Parameter Number
(NRPN)
Wijzigt parameter waarden voor elke toongenerator part.
Er is geen compatibiliteit tussen verschillende fabrikanten.
Vele parameters, specifiek voor elke toongenerator, kunnen
bestuurd worden om toon wijzigingen te produceren.
Gewoonlijk worden er drie typen besturingswijzigingsgege-
vens verstuurd: NRPN MSB (99), NRPN LSB (98), en
Gegevens Invoer MSB (6). In de RS7000 wordt deze groep van
besturingswijzigingsevents als één behandeld.
Als een NRPN eenmaal gespecificeerd is, dan wordt de vol-
gende gegevens invoer boodschap, die op hetzelfde kanaal
wordt ontvangen, als de waarde van die NRPN verwerkt.
Voorkom uitvoeringsfouten door een RPN Null boodschap
(7FH, 7FH) door te geven, na gebruikmaking van deze
boodschappen, om een besturingshandeling uit te voeren.
Voor filter afsnij (cutoff) frequentie, resonantie, en andere
onafhankelijke besturingswijzigingsparameters, is het
gebruikelijker om de onafhankelijke besturingswijzigings-
parameters te gebruiken, in plaats van de NRPN.
[Instellingen]
NRPN MSB 000 ~ 127
NRPN LSB 000 ~ 127
Gegevens Invoer MSB000 ~ 127
9. Exclusive
Wijzigt interne toongenerator instellingen, zoals voice en effect
instellingen, schakelaar besturing op afstand, omschakeling
van toongenerator mode, en overige via MIDI.
De 2
e
byte is het ID nummer van een fabrikant, en er is geen
gegevens compatibiliteit tussen fabrikanten. Dit type event
wordt gebruikt om specifieke functies van de RS7000 te
besturen.
De cursor kan gebruikt worden om door de gegevens heen te
bladeren als de hoeveelheid gegevens groter is dan 17 bytes.
[Instellingen]
Gegevens 00 ~ 7F, F7 (Hexadecimaal)
10. BPM Change
Wijzigt de BPM op een willekeurig gekozen punt tijdens de
sequence.
Het tempo aan het begin van de sequence kan in de SONG Play
of PATTERN Chain Play mode ingesteld worden, maar SONG
EDIT en PATTERN Chain Play instellingen hebben prioriteit.
BPM Change wordt gebruikt om het daadwerkelijke afspeel
tempo in te stellen. Voer, om bijvoorbeeld het tempo van 120
naar 100 te wijzigen, BPM = 100 in, op het punt waar de
wijzigen moet plaatsvinden.
Kan alleen in de BPM track gemanipuleerd worden.
[Instellingen] Tempo1,0 ~ 300,0
NRPN MSB-LSB Gegevens Invoer
MSB-LSB
OPM.
De zwarte toetsen op het toetsenbord (SECTIE) A ~
F worden gebruikt om de A ~ F gedeelten van
hexadecimale gegevens in te voeren. Als
[SHIFT]+[F4] ingedrukt wordt of [Knop 4] bediend
wordt, dan zal de cursor knipperen, en het numerieke
toetsenbord of de zwarte toetsen op het toetsenbord
kunnen gebruikt worden om A ~ F in te voeren.
Data
(Gegevens)
Tempo