User Manual

3. Basis handelingen
RS7000 67
1
Basis
Job Selectie
In de PATTERN mode, PATTERN CHAIN mode, SONG mode
en SAMPLING mode worden job overzicht pagina’s [Knop 1] en
[Knop 2] gebruikt om de cursor naar de gewenste job te
verplaatsen en dan wordt [F4] ingedrukt om de job daadwerkelijk
te selecteren.
Karakter invoer
Stijl namen, song namen, file namen voor disk opslag, enz. wor-
den allemaal ingevoerd door middel van dezelfde procedure. Als
voorbeeld wordt hier nu uitgelegd hoe u een filenaam moet
invoeren.
1 knop, 2 functie knoppen, het toetsenbord, de [CAPS] knop en
de [PAD1] en [PAD2] knoppen worden voor naam invoer
gebruikt.
1. Gebruik [Knop 2] om de cursor naar de gewenste karakter
positie te verplaatsen.
2. Druk op een witte of zwarte toets op het toetsenbord om het
corresponderende karakter in te voeren.
Houd de [CAPS] knop ingedrukt terwijl u een toets indrukt
om een hoofdletter in te voeren.
Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de witte toetsen van het
toetsenbord pad om symbolen in te voeren.
Druk op [PAD1] (SPACE) om een spatie in te voeren.
Druk op [PAD2] (DEL) om het karakter op de cursor positie
te verwijderen.
3. Druk op [F4] om het geselecteerde karakter daadwerkelijk in te voeren.
Track Selectie
Houd de [TRACK SELECT] knop ingedrukt en druk op de witte toets
op het toetsenbord die correspondeert met de track die geselecteerd
moet worden. De corresponderende toets indicator zal knipperen.
De track nummers worden boven de witte toetsen opgesomd.
Tracks kunnen ook geselecteerd worden door de zwarte [TR-] en
[TR+] toetsen te gebruiken, terwijl de [TRACK SELECT] knop
ingedrukt is.
Groepen tracks kunnen geselecteerd worden door de zwarte
[All], [1-8] of [9-16] toetsen te gebruiken, terwijl de [TRACK
SELECT] knop ingedrukt is.
Terwijl de [TRACK SELECT] knop ingedrukt is zullen de indi-
cators boven de toetsen continu oplichten, knipperen, of uit blij-
ven om de status van de track als volgt aan te geven:
Oplichten.... De corresponderende track bevat gegevens.
Knipperen ..De corresponderende track is geselecteerd.
Uit .............. De corresponderende track bevat geen gegevens.
F1 F2 F3 F4
OPM.
Filenamen en foldernamen worden automatisch
in hoofdletters ingevoerd.
F1 F2 F3 F4
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
K ! L # M $ N % O & P ' Q ( R ) S - T @ U ^ V _ W { X } Y ~ Z
TRANSPOSE(-) TRANSPOSE(+)
TRACK
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
1
SOLO
K ! L # M $ N % O & P ' Q ( R ) S - T @ U ^ V _ W { X } Y ~
MUTE
TRANSPOSE(-) TRANSPOSE(+)
TRACK
SELECT