User Manual

7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer)
94 RS7000
2 PROGRAM (Programma Nummer)........... [Knop 3]
[Instellingen]
Voice Bank (Bank Selectie MSB, LSB)
*** *** (Frase), 000 000 (GM),
063 000 (SyBa&Ld1), 063 001 (SyPd&FX1),
063 002 (SyMater1), 063 003 (BandInst),
063 004 (Cls&Wind), 063 005 (Eth&Perc),
063 006 (SFX1), 063 007 (SyBa&Ld2),
063 008 (SyPd&FX2), 063 009 (SFX2),
064 000 (SmpLocal), 064 001 (SmpCmn),
126 000 (DrumKit), 127 000 (GM Drum)
Programma Nummer001 ~ 128
(is afhankelijk van de voice bank)
Wijst een voice toe aan elke track voor het afspelen van pat-
terns.
Voice banken organiseren voices in voice-type categorieën
en worden geselecteerd door MIDI bank selectie MSB en
LSB gegevens.
De programma nummer parameter selecteert de individuele
voices in elke bank.
Als de BANK MSB en LSB zijn ingesteld op “*** ***
(Frase)”, wordt de gespecificeerde voice voor de frase die
toegewezen is aan die track gebruikt. (blz. 79)
3
HOLD (Voice Parameter Hold).................... [Knop 4]
[Instellingen] OFF (UIT), ON (AAN)
OFF...................bewerkte voice parameters zullen
gereset worden.
ON.....................bewerkte voice parameters zullen
behouden worden.
Bepaalt of bewerkte voice parameters behouden zullen wor-
den als een andere voice geselecteerd wordt.
Als het uit staat (“OFF”) worden de voice bewerkings
parameters, elke keer dat een voice geselecteerd wordt, geïni-
tialiseerd. Als het aan staat (“ON”) worden de voice
bewerkings parameters behouden.
[PATTERN] [MIXER] × 2
1 VOLUME ................................................................ [Knop 1]
[Instellingen] 000 ~ 127
Stelt het volume niveau in van de geselecteerde track.
2
PAN..........................................................................[Knop 2]
[Instellingen] L63 ~ L01, C, R01 ~ R63
Stelt de stereo pan positie in van de geselecteerde track.
3
RANDOM PAN.....................................................[Knop 3]
[Instellingen] -64 ~ 0 ~ 63
Stelt de diepte van de random pan (willekeurige pan) in voor
de geselecteerde track.
Als het ingesteld is op “0” vindt er geen panning plaats.
Andere waarden produceren, elke keer dat een noot gespeeld
wordt, een willekeurige pan positie.
4
OUTPUT SEL (Output Selectie).................. [Knop 4]
[Instellingen] L&R, AS1, AS2, AS3, AS4, AS5, AS6,
AS1&2, AS3&4, AS5&6
L&R...................Uitvoer wordt naar de OUTPUT
(UITGANG) aansluitingen van de
RS7000 gestuurd.
AS1, AS2, AS3, AS4, AS5, AS6, AS1&2, AS3&4,
AS5&6 ..............Deze instellingen versturen de uitvoer
naar de corresponderende individuele
uitgangen op het optionele AIEB2 I/O
Expansie Board (blz. 20).
Specificeert de uitgang waarnaar het geluid van elke track
gestuurd zal worden.
De toewijsbare uitgangen op het optionele AIEB2 I/O
Expansie Board kunnen gebruikt worden om afzonderlijk
gespecificeerde patterns of samples uit te voeren via afzon-
derlijke externe audio apparaten. AS1 t/m AS6 zijn mono
uitgang instellingen, terwijl AS1&2, AS3&4 en AS5&6 een
stereo programma naar de gespecificeerde uitgangs paren
uitvoert.
[PATTERN] [MIXER] × 3
EQ TYPE = PEQ
OPM.
Zie Hoofdstuk 1: Basis, blz. 61 voor details
over voice banken.
[2] Volume/Pan/Out Pagina
1
2
3
4
[Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4]
[3] Equalizer Pagina
1 2 43
[Knop 4][Knop 1] [Knop 2] [Knop 3]