Operation Manual

WEERGAVE Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 110
Video Processing (Video Process.)
Configureert de instellingen van videosignaalverwerking.
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking (resolutie, aspectverhouding
en videoaanpassingen) in of uit die zijn ingeschakeld in “Processing” (p. 131) in
het menu “Setup“.
Instellingen
Selecteert een videoaanpassingsinstelling uit de presets die u hebt
geconfigureerd in “Adjustment” (p. 131) in het menu “Setup”.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
1 tot 6
Input Settings (Input Settings)
Configureert de signaalinstellingen.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze
functie om dat te corrigeren.
Instelbereik
-6,0 dB tot 0,0
dB tot +6,0 dB (in stapjes van 0,5 dB)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere
audioverbindingen voor één ingangssignaal zijn.
Instellingen
Selecteert een videosignaal dat met de audiosignaalbron wordt uitgevoerd.
Instellingen
Standaard
USB: V-AUX (V-AUX)
Overige: Off (Off)
Video Mode (V.M)
Direct (Direct) Schakelt videosignaalverwerking uit.
Processing
(Processing)
Schakelt videosignaalverwerking in.
Video Adjustment (Video Adjust)
Input Trim (In.Trim)
Audio Select (A.Sel)
Auto (Auto)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde van
prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIAL of OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO)
HDMI (HDMI)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de HDMI-aansluiting
worden ingevoerd.
Coax/Opt
(Coax/Opt)
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden
geen geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de
COAXIAL- of OPTICAL-aansluiting worden ingevoerd.
Analog (Analog)
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO). Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de AUDIO-aansluitingen
worden ingevoerd.
Video Out (V.Out)
Off (Off) Geeft geen videosignalen weer.
AV 1–7 (AV1–7),
V-AUX (V-AUX)
Geeft videosignalen weer via de corresponderende
videoaansluitingen.