Operation Manual

WEERGAVE De signaalbron en favoriete instellingen selecteren met één aanraking (SCENE) Nl 68
Met de functie SCENE kunt u met één aanraking de toegewezen signaalbron, het geluidsprogramma, de HDMI-uitgang en verschillende
instellingen selecteren.
U kunt tot 12 scènes gebruiken om uw favoriete instellingen te registreren en in of uit te schakelen naargelang de weergavebron.
1
Druk op SCENE.
De signaalbron en instellingen die voor de
overeenkomstige scène zijn geregistreerd, worden
geselecteerd. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld
als het in de stand-bymodus staat.
Standaard zijn de volgende instellingen geregistreerd voor elke scène.
U kunt SCENE 1–4 selecteren door op de afstandsbediening op SCENE te
drukken. Daarnaast kunt u 8 scènes (SCENE 5–12) maken en deze scènes
selecteren uit het menu “Scene” (p. 114).
Scène selecteren op het scherm
a Druk op ON SCREEN.
b Gebruik de cursortoetsen om “Scene” te selecteren en druk op
ENTER.
c Gebruik de cursortoetsen om de gewenste scène te selecteren
en druk op ENTER.
De signaalbron en favoriete instellingen selecteren met één aanraking (SCENE)
SCENE (SCENE-toets) 1 (BD/DVD) 2 (TV) 3 (NET) 4 (RADIO)
Input
Input (p. 67) AV 1 AUDIO 1 NET RADIO TUNER
Audio Select (p. 110) Auto Auto
HDMI Output HDMI Output (p. 67) OUT 1+2 OUT 1+2 OUT 1+2 OUT 1+2
Mode
Sound Program (p. 70) Sci-Fi STRAIGHT 9ch Stereo 9ch Stereo
Pure Direct Mode (p. 130) Auto Auto Auto Auto
Enhancer (p. 75) Off On On On
Enhancer Hi-Res Mode (p. 109) On On On On
ON SCREEN
ENTER
SCENE
Cursortoetsen