Operation Manual

Nl 143
Network Standby
Bepaalt of het toestel kan worden ingeschakeld vanaf andere apparaten in het netwerk
(netwerk stand-by).
Instellingen
MAC Address Filter
Stelt het MAC-adresfilter in om te verhinderen dat andere netwerkapparaten toegang krijgen
tot het toestel.
Filter
Schakelt het MAC-adresfilter in/uit.
Instellingen
X
AirPlay (p.101) en DMC-bewerkingen (p.122) vallen niet onder het MAC-adresfilter.
MAC Address 1-10
Hierin geeft u de MAC-adressen (maximaal 10) op van de netwerkapparaten die toegang
mogen hebben tot het toestel als “Filter” is ingesteld op “On”.
Procedure
1
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om “MAC Address 1-5” of “MAC Address 6-10” te selecteren
en druk op ENTER.
2
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om een MAC-adresgetal te selecteren en druk op ENTER.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om de invoegpositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(q/w) om een waarde te selecteren.
4
Druk op ENTER om de instelling te bevestigen.
5
Als u de wijzigingen wilt opslaan, gebruikt u de cursortoetsen om “OK” te selecteren en drukt
u op ENTER.
6
Druk op ON SCREEN om het menu af te sluiten.
Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het netwerk) die op andere
netwerkapparaten wordt weergegeven.
Instelprocedure
1
Druk op ENTER om het scherm voor het bewerken van de naam te openen.
2
Gebruik de cursortoetsen en ENTER om de naam te wijzigen en selecteer “ENTER” om de
invoer te bevestigen.
X
Selecteer “CLEAR” om de invoer te wissen.
3
Gebruik de cursortoetsen om “OK” te selecteren en druk op ENTER.
X
Als u de standaardinstelling wilt herstellen, selecteert u “RESET”.
4
Druk op ON SCREEN om het menu af te sluiten.
Off Schakelt de netwerk stand-byfunctie uit.
On
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in.
(Het toestel verbruikt meer stroom dan wanneer “Off” is geselecteerd.)
Auto
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in.
(Als “Network Connection” ingesteld is op “Wired”, wordt het toestel ingesteld op
de energiebesparende modus als de netwerkkabel niet is aangesloten.)
Off
Schakelt het MAC-adresfilter uit.
On
Schakelt het MAC-adresfilter in. In “MAC Address 1-10”moet u de MAC-adressen
opgeven van de netwerkapparaten die toegang mogen hebben tot het apparaat.