Operation Manual

WEERGAVE Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 107
U kunt afzonderlijke weergave-instellingen configureren voor verschillende
weergavebronnen. Dit menu is beschikbaar op het voorpaneel (of het tv-scherm) zodat
u de instellingen tijdens het weergeven eenvoudig kunt configureren.
1
Druk op OPTION.
Voorpaneel
Tv-scherm
2
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel te selecteren en druk op
ENTER.
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een instelling te selecteren.
4
Druk op OPTION om het menu te sluiten.
Onderdelen van het menu Option
Welke onderdelen beschikbaar zijn is afhankelijk van de geselecteerde signaalbron.
Met tekst tussen haakjes worden indicators op de display op het voorpaneel aangegeven.
Standaard instellingen zijn onderstreept.
Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
OUT
1
IN
OUT
2
VOLUME
MUTE
DRCADAPTIVE
3
ZONE
2
SBLPL SBRSBPR
SW1
SL
SW2SW
SR
PL
CL R
PR
SLEEP
HD
PRE
AMP
PAR TY
ZONE
3
ZONE
4
HD
TAG
DOCK
ToneControl
Option
Item Functie Pagina
Tone Control
(Tone Control)
Hiermee past u het bereik van lage tonen/hoge
tonen aan.
108
YPAO Volume
(YPAO Volume)
YPAO Volume
(YPAO Vol.)
Schakelt YPAO Volume in of uit. 108
Adaptive DRC
(A.DRC)
Past het dynamische bereik (van maximum
naar minimum) automatisch samen met het
volumeniveau aan.
108
Dialogue
(Dialog)
Dialogue Level
(Dialog Lvl)
Past het volume van dialooggeluid aan. 109
Dialogue Lift
(Dialog Lift)
Past de waargenomen hoogte van
dialooggeluid aan.
109
Subwoofer/Bass
(Subwoofer/Bass)
Subwoofer Trim
(SW.Trim)
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig
in.
109
Extra Bass
(Extra Bass)
Schakelt Extra Bass in of uit. 109
Enhancer
(Enhancer)
Enhancer
(Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer in of
uit.
109
Hi-Res Mode
(HiRes Mode)
Schakelt de hogeresolutiemodus in of uit (voor
het verbeteren van de kwaliteit van
ongecomprimeerde digitale audio).
109
Video Processing
(Video Process.)
Video Mode
(V.M)
Schakelt de instellingen voor
videosignaalverwerking in of uit die zijn
geconfigureerd in het menu “Setup”.
110
Video Adjustment
(Video Adjust)
Selecteert een videoaanpassingsinstelling uit
presets.
110
Input Settings
(Input Settings)
Input Trim
(In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen
signaalbronnen.
110
Audio Select
(A.Sel)
Selecteert de audio-ingang die u wilt
gebruiken wanneer er meerdere
audioverbindingen voor één ingangssignaal
zijn.
110
Video Out
(V.Out)
Selecteert een videosignaal dat met de
audiosignaalbron wordt uitgevoerd.
110