Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Weergaveapparaten aansluiten Nl 23
Het toestel is voorzien van verschillende ingangen waaronder HDMI-ingangen, zodat u
verschillende weergaveapparaten kunt aansluiten. Raadpleeg de volgende pagina’s
voor informatie over het aansluiten van een iPod of een USB-opslagapparaat.
Een iPod aansluiten (p. 59)
Een USB-opslagapparaat aansluiten (p. 62)
Videoapparaten (zoals bd/dvd-spelers) aansluiten
Sluit videoapparaten, zoals bd/dvd-spelers, settopboxes (STB’s) en gameconsoles aan
op het toestel. Kies een van de volgende aansluitingen, afhankelijk van welke
video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat. Wij raden u aan een
HDMI-aansluiting te gebruiken als het videoapparaat een HDMI-uitgang heeft.
Als de combinatie van video-/audio-ingangsaansluitingen die op het toestel beschikbaar zijn, niet overeenkomt
met uw videoapparaat, verandert u de combinatie overeenkomstig de uitgangen van uw apparaat (p. 24).
HDMI-aansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een HDMI-kabel.
Als u de signaalbron selecteert door op HDMI 1–5 te drukken, wordt de video/audio die
op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
Als u video’s wilt bekijken die worden ontvangen via de HDMI 1–5-aansluitingen, moet u ook uw tv
aansluiten op de HDMI OUT-aansluiting van het toestel (p. 21).
Componentvideoaansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een componentvideokabel en een
audiokabel (digitaal optisch of digitaal coaxiaal). Kies een set ingangen (op het toestel),
afhankelijk van welke video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–2 te drukken, wordt de video/audio die op
het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
De componentvideosignalen (anders dan 480i/576i-signalen) die naar de AV 1–2-aansluitingen van het
toestel worden verzonden, kunnen alleen vanaf de MONITOR OUT (COMPONENT VIDEO)-aansluitingen
worden verzonden. Als u die video’s wilt bekijken, moet u uw tv aansluiten op de MONITOR OUT
(COMPONENT VIDEO)-aansluitingen van het toestel (p. 21). Zie “Videosignaalstroom” (p. 128) voor meer
informatie.
4 Weergaveapparaten aansluiten
O
1
AUDIO 2
P
R
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
MONITOR OUT
P
B
Y
P
R
HDMI
OUT
ARC
ANTENNA
(
RADIO
)
FM
AM
FRONT CENTER
SPEAKERS
AV 5 AV 6
AV OUT
ZONE OUT
SUBWOOFER
PRE OUT
ZONE 2
T
VIDEO
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4 HDMI 5
(
BD/DVD
)
VIDEO
1
2
HDMI
HDMI
HDMI
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4 HDMI 5
(
BD/DVD
)
Het toestel
(achterzijde)
HDMI-uitgang
Videoapparaat
HDMI 1–5-aansluitingen
Uitgangen op videoapparaat
Ingangaansluitingen op het toestel
Video Audio
Componentvideo
Digitaal optisch AV 1 (COMPONENT VIDEO + OPTICAL)
Digitaal coaxiaal AV 2 (COMPONENT VIDEO + COAXIAL)
AUDIO 1
AUDIO 2
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
VIDEO
AV4
AV3
AV2
AV 1
(TV)
P
B
Y
P
R
VID
E
M
O
HDMI
OUT
ARC
ANTENNA
(
RADIO
)
FM
AM
AV 5 AV 6
AV OUT
ZONE
ZON
E
DC OUT
TRIGGER OUT
REMOTE
5V
0.5A
12V
IN
OUT
0.1A
COMPONENT VIDEO
HDMI 1 HDMI 2
(
BD/DVD
)
VIDEO
COAXIAL
OPTICAL
PR
PB
Y
COMPONENT
VIDEO
OPTICAL
AV2
AV 1
P
B
Y
P
R
COMPONENT VIDEO
O
O
C
C
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
Het toestel
(achterzijde)
AV 1–2
(COMPONENT VIDEO)-
aansluitingen
Video-uitgang
(componentvideo)
Videoapparaat
Audio-uitgang
(digitaal optisch of digitaal coaxiaal)
AV 1 (OPTICAL)-aansluiting of
AV 2 (COAXIAL)-aansluiting
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11