Operation Manual

EIGENSCHAPPEN Namen en functies van onderdelen Nl 9
Display op voorpaneel (indicators)
1 ECO
Gaat branden als het toestel in de eco-modus staat (p. 108).
2 HDMI
Gaat branden als er HDMI-signalen worden in- of uitgevoerd.
OUT
Gaat branden als er HDMI-signalen worden uitgevoerd.
3 ENHANCER
Gaat branden als Compressed Music Enhancer (p. 53) is
geactiveerd.
4 CINEMA DSP
Gaat branden als CINEMA DSP of CINEMA DSP 3D (p. 49) is
geactiveerd.
5 STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een
FM/AM-zender ontvangt.
6 Signaalsterkte-indicator
Geeft de sterkte van het signaal van het draadloze netwerk
aan (p. 38).
7 ZONE2
Gaat branden als de audio-uitvoer naar Zone2 is
ingeschakeld (p. 77).
8 SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
9 MUTE
Knippert als de audio is gedempt.
0 Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
A VIRTUAL
Gaat branden als de Virtual Presence Speaker (VPS) (p. 49)
of de verwerking van virtuele surround (p. 51) is geactiveerd.
B Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
C Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang en
naam van geluidsmodus). Druk op INFO (p. 81) om tussen
de weergegeven informatie te schakelen.
D ADAPTIVE DRC
Gaat branden als Adaptive DRC (p. 83) is geactiveerd.
E Luidsprekerindicators
Geeft de luidsprekeraansluitingen aan waarvandaan de
signalen worden weergegeven.
A Voorste luidspreker (L)
S Voorste luidspreker (R)
D Middelste luidspreker
F Surroundluidspreker (L)
G Surroundluidspreker (R)
H Achterste surroundluidspreker (L)
J Achterste surroundluidspreker (R)
K Achterste surroundluidspreker
B Aanwezigheidsluidspreker (L)
N Aanwezigheidsluidspreker (R)
L Subwoofer
L C R
FPRFPL
SL
SBL SBRSB
SW SR
VOL.
MUTE
ADAPTIVE DRC VIRTUAL
ENHANCER
TUNEDSTEREO
2
SLEEP
ZONE
OUT
2 A34 87 91 6:5
B BC
D E