Operation Manual

Nl 96
U kunt afzonderlijke weergave-instellingen configureren voor verschillende
weergavebronnen. Dit menu is beschikbaar op het voorpaneel (of het tv-scherm) zodat
u de instellingen tijdens het weergeven eenvoudig kunt configureren.
1
Druk op OPTION.
Voorpaneel
Tv-scherm
2
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel te selecteren en druk op
ENTER.
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een instelling te selecteren.
4
Druk op OPTION om het menu te sluiten.
Onderdelen van het menu Option
Welke onderdelen beschikbaar zijn is afhankelijk van de geselecteerde signaalbron.
Met tekst tussen haakjes worden indicators op de display op het voorpaneel aangegeven.
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
L C R
SL
SBL SBR
SW SR
VOL.
Tone Control
Item Functie Pagina
Tone Control
(Tone Control)
Past het bereik van de hoge tonen en lage tonen
afzonderlijk aan.
97
YPAO Volume
(YPAO Volume)
YPAO Volume
(YPAO Vol.)
Schakelt YPAO Volume in of uit. 97
Adaptive DRC
(A.DRC)
Past het dynamische bereik (van maximum naar
minimum) automatisch samen met het volumeniveau
aan.
97
Dialogue
(Dialog)
Dialogue Level
(Dialog Lvl)
Past het volume van dialooggeluid aan. 97
DTS Dialogue
Control
(DTS Dialog)
Past het volume van dialooggeluid aan voor
DTS:X-content.
97
Dialogue Lift
(Dialog Lift)
Past de waargenomen hoogte van dialooggeluid aan. 98
Lipsync Adjustment
(Lipsync Adj.)
Past de vertraging tussen video- en audioweergave
handmatig aan.
98
Subwoofer/Bass
(Subwoofer/Bass)
Subwoofer Trim
(SW.Trim)
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig in. 98
Extra Bass
(Extra Bass)
Schakelt Extra Bass in of uit. 98
Enhancer
(Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer in of uit. 98
Video Processing
(Video Process.)
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking
in of uit die zijn geconfigureerd in het menu “Setup”.
99
Input Settings
(Input Settings)
Input Trim
(In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. 99
Video Out
(V.Out)
Selecteert een videosignaal dat met de
audiosignaalbron wordt uitgevoerd.
99
FM Mode
(FM Mode)
Hiermee schakelt u tussen stereo en mono voor
FM-ontvangst.
99
Traffic Program
(TrafficProgram)
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Zoekt automatisch naar een zender met
verkeersinformatie.
71
Shuffle
(Shuffle)
Configureert de shuffle-instelling voor het
USB-opslagapparaat (p. 77) of de mediaserver
(p. 81).
Repeat
(Repeat)
Configureert de shuffle-instelling voor het
USB-opslagapparaat (p. 77) of de mediaserver
(p. 81).