Operation Manual
Voorpaneel (indicators)
L C R
SL SW SR
VOL.
MUTE
ENHANCER
TUNEDSTEREO
SLEEP
OUT
ADAPTIVE DRC
3
4
6 7 8
09
B0
A
C
1
2 5
1
HDMI
Gaat branden als er HDMI-signalen worden in- of
uitgevoerd.
OUT
Gaat branden als er HDMI-signalen worden uitgevoerd.
2
ENHANCER
Gaat branden als Compressed Music Enhancer (p. 36) is
geactiveerd.
3
CINEMA DSP
Gaat branden als CINEMA DSP (p. 33) is geactiveerd.
4
STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/AM-
zender ontvangt.
5
Bluetooth-indicator
Gaat branden als het toestel verbinding maakt met een
Bluetooth apparaat.
6
SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
7
MUTE
Knippert als de audio tijdelijk is gedempt.
8
Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
9
ECO
Gaat branden wanneer de ECO-modus (p. 61)
ingeschakeld is.
:
Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
A
Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang en
naam van geluidsmodus). Druk op
INFO (p. 30) om
tussen de weergegeven informatie te schakelen.
B
Luidsprekerindicators
Geeft de luidsprekeraansluitingen aan waarvandaan de
signalen worden weergegeven.
A
Voorste luidspreker (L)
S
Voorste luidspreker (R)
D
Middelste luidspreker
F
Surroundluidspreker (L)
G
Surroundluidspreker (R)
L
Subwoofer
C
ADAPTIVE DRC
Gaat branden als Adaptive DRC (p. 48) is geactiveerd.
Nl
8