Operation Manual

8
Display
9 STEREO-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer er een FM-stereo-
uitzending wordt ontvangen waarvan het signaal krachtig
genoeg doorkomt.
0 x indicator
x ” gaat branden wanneer de ingebouwde
digitale geluidsveldprocessor is ingeschakeld.
q v indicator
Deze indicator gaat branden wanneer dit apparaat PCM
(Puls Code Modulatie) digitale audiosignalen weergeeft.
w Hoofdtelefoonindicator
Deze indicator gaat branden wanneer een hoofdtelefoon
wordt aangesloten.
e Multi-informatiedisplay
Hierop wordt allerhande informatie afgebeeld, zoals de
naam van de gekozen ingangsbron en de verschillende
instellingen die op het INSTELMENU worden gemaakt.
Wanneer als ingangsbron de tuner is gekozen, worden ook
de huidige zenderfrequentie en golfband (FM of AM)
weergegeven.
r MEMORY-indicator
Wanneer MEMORY wordt ingedrukt, gaat deze indicator
circa 5 seconden knipperen. Tijdens deze periode kan de
weergegeven zender in het geheugen worden
geprogrammeerd.
t Programmatype-indicators
Wanneer de EON-indicator is gaan branden, gaat hier de
naam van het gekozen programmatype branden.
y TUNED-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer dit apparaat afstemt op
een zender.
u SLEEP-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer de ingebouwde
SLEEP-timer geactiveerd is.
ENHANCED
PS PTY RT CT
MEMORY SLEEP
PCM
DSP
DIGITAL
PRO LOGIC
A
SP
B
VIRTUAL
DOLBY DTS
DIGITAL
PRO LOGIC
DISCO 5CH STEREO
MONO TV SPORTS
MOVIE THEATER 1 2
ENTERTAINMENT
GAME
CONCERT HALL
JAZZ CLUB PTY HOLD
NEWSINFOROCK CONCERT
BASS EXT.
AUTO
EON
STEREO
AFFAIRS SPORT
TUNED
dB
ms
KZ
H
1
2
3
4
5
6 7
8
9
0
q
w
r
e
t
u
y
1 t indicator
De “t” indicator gaat branden wanneer de ingebouwde
DTS-decoder wordt ingeschakeld.
2 VIRTUAL-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer u Virtual CINEMA
DSP gebruikt.
3 g en o indicators
g ” gaat branden wanneer de ingebouwde
Dolby Digital-decoder is ingeschakeld en de signalen van de
gekozen bron met Dolby Digital zijn gecodeerd.
o ” gaat branden wanneer de ingebouwde
Dolby Pro Logic-decoder is ingeschakeld.
4 DSP-programma-indicators
Deze indicator geeft de naam aan van het gekozen DSP-
programma.
5 PTY HOLD-indicator
Deze indicator gaat branden tijdens het zoeken met de PTY
SEEK-functie.
6 RDS-functie-indicators
Dit is de indicator van de naam (namen) van de RDS-
functie(s) die door de ontvangen RDS-zender wordt
gebruikt. Wanneer de rode indicator naast de RDS-functie
gaat branden, betekent dit dat de bijbehorende RDS-functie
is gekozen.
7 EON-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer er een RDS-zender
wordt ontvangen die gebruikmaakt van EON-dataservice.
8 AUTO-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer de automatische
afstemfunctie geactiveerd is.
BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES
0702V420RDS01-09_NL 2/9/1, 3:27 PM8