Operation Manual

12
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
Aansluiten op de digitale
aansluitingen
Dit apparaat heeft digitale aansluitingen om rechtstreeks
digitale signalen uit te voeren door coaxiale kabels of
optische vezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor het invoeren van PCM-, Dolby Digital- en
DTS-bitstreams. Als u componenten aansluit op zowel de
COAXIAL- als de OPTICAL-aansluiting, wordt voorrang
gegeven aan de ingangssignalen van de COAXIAL-
aansluiting.
y
U kunt de ingangsbron van iedere digitale aansluiting instellen, al
naar gelang van uw component, met behulp van item “3 I/O
ASSIGN” op het INSTELMENU.
Opmerkingen
Wanneer u aansluitingen maakt tussen de digitale signaal-
aansluitingen, dient u de componenten aan te sluiten op de
gelijknamige analoge audiosignaal-aansluitingen van dit apparaat,
omdat een digitaal signaal niet kan worden opgenomen door een
opnameapparaat aangesloten op dit apparaat.
Alle digitale signaal-ingangsaansluitingen zijn geschikt voor
bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz.
Over het beschermende stofkapje
Trek het stofkapje van de optische
aansluiting af alvorens de optische
vezelkabel aan te sluiten. Gooi het kapje niet
weg. Als u de optische aansluiting niet
gebruikt, moet u het kapje weer terug op de
aansluiting plaatsen. Dit kapje beschermt de
aansluiting tegen het binnendringen van
stof.
Opmerking
De OPTICAL-aansluiting van dit apparaat voldoet aan de EIA-
norm. Als u een optische vezelkabel gebruikt die niet aan deze
norm voldoet, is het mogelijk dat dit apparaat niet juist werkt.
Aansluiten van een cd-speler
y
De COAXIAL-aansluiting is beschikbaar voor een cd-speler met
een coaxiale of optische digitale uitgangsaansluiting.
Als u een cd-speler aansluit op zowel de analoge als digitale
aansluitingen, wordt voorrang gegeven aan de ingangssignalen
van de digitale aansluiting.
Aansluiten van een md-recorder,
cd-recorder of tapedeck
Sluit de analoge ingangs-/uitgangsaansluiting van uw
opnameapparaat aan op de AUDIO-aansluitingen.
Opmerking
Wanneer u een opnameapparaat op dit apparaat aansluit, laat u dit
ingeschakeld staan terwijl dit apparaat in gebruik is. Als de
stroom uit staat kan dit apparaat het geluid van andere
componenten vervormen.
Aansluiten van een externe decoder
Dit apparaat is uitgerust met 6 extra ingangsaansluitingen
(linker en rechter MAIN, CENTER, linker en rechter
SURROUND en SUBWOOFER) voor discrete
multikanalen invoer vanaf een externe decoder,
soundprocessor of voorversterker.
Sluit de uitgangsaansluitingen van uw externe decoder aan
op de 6CH INPUT-aansluitingen. Zorg ervoor dat de linker
en rechter uitgangsaansluitingen worden aangesloten op de
overeenkomstige linker en rechter ingangsaansluitingen
voor de hoofd- en surroundkanalen.
Opmerking
De onderstaande items worden niet toegepast op het
ingangssignaal van de 6CH INPUT-aansluitingen:
– de geluidsveldeffecten van dit apparaat;
– de luidsprekerinstellingen van “1 SPEAKER SET” (behalve
“MAIN LVL”) op het INSTELMENU; en
– de niveau-instelling van de effectluidsprekers (midden, achter
en subwoofer).
0703V420RDS10-20_NL 7/11/1, 4:52 PM12