Operation Manual

WEERGAVE Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 65
U kunt afzonderlijke weergave-instellingen configureren voor verschillende
weergavebronnen. Dit menu is beschikbaar op het voorpaneel (of het tv-scherm) zodat
u de instellingen tijdens het weergeven eenvoudig kunt configureren.
1
Druk op OPTION.
Voorpaneel
Tv-scherm
2
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel te selecteren en druk op
ENTER.
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een instelling te selecteren.
4
Druk op OPTION om het menu te sluiten.
Onderdelen van het menu Option
Welke onderdelen beschikbaar zijn is afhankelijk van de geselecteerde signaalbron.
Met tekst tussen haakjes worden indicators op de display op het voorpaneel aangegeven.
Afhankelijk van de regio waar het product is gekocht zijn er ook enkele menu-onderdelen voor
audiostreaming diensten beschikbaar. Raadpleeg de handleidingen op de meegeleverde cd-rom voor meer
informatie.
Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
VOL.
SW
C
LR
SL SR
ToneControl
OPTION
Tone Control
DSP/Surround
Volume Trim
Lipsync
Signal Info
Audio In
Option
Item Function Pagina
Tone Control (Tone Control)
Hiermee past u het bereik van lage tonen/hoge tonen aan. 66
DSP/Surround
(DSP/Surround
)
DSP Level
(DSP Level)
Regelt het niveau van het geluidsveldeffect. 66
Adaptive DRC
(A.DRC)
Past het dynamische bereik (van maximum naar minimum)
automatisch samen met het volumeniveau aan.
66
Enhancer
(Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer in of uit. 66
Volume Trim
(Volume Trim)
Input Trim
(In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. 67
Subwoofer Trim
(SW.Trim)
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig in. 67
Lipsync (Lipsync)
Schakelt de “Lipsync”-instelling in het menu “Setup” in of uit. 67
Signal Info (Signal Info)
Geeft informatie weer over het video-/audiosignaal. 67
Audio In (Audio In)
Combineert de videoaansluiting van het geselecteerde
ingangssignaal met een audioaansluiting van andere
bronnen.
68
Video Out (Video Out)
Selecteert het videosignaal dat met radiogeluiden moet
worden uitgevoerd.
68
Auto Preset (Auto Preset)
Registreert automatisch FM-radiozenders met sterke
signalen als voorkeurzenders.
47
Clear Preset (Clear Preset)
Hiermee wist u DAB-radiozenders (
p. 44
) of FM-radiozenders
(
p. 48
) die voor de voorkeuzenummers zijn geregistreerd.
Init Scan (Init Scan)
Hiermee voert u een eerste scan uit voor
DAB-radio-ontvangst.
42
Tune Aid (Tune Aid)
Hiermee controleert u de kwaliteit van de ontvangst van
elk DAB-zenderlabel.
45
Repeat (Repeat)
Configureert de herhaalinstelling voor de iPod (p. 53), het
USB-opslagapparaat (p. 56) of de mediaserver (p. 59).