Operation Manual

Table Of Contents
VOORBEREIDINGEN Weergaveapparaten aansluiten Nl 26
Composietvideoaansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een video-plugkabel en een audiokabel
(digitale coaxiale, digitale optische of stereo-plugkabel). Kies een set ingangen (op het
toestel), afhankelijk van welke video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het
videoapparaat.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 3–6 te drukken, wordt de video/audio die op
het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
Als u video’s wilt bekijken die worden ontvangen via de AV 3–6 (VIDEO)-aansluitingen, moet u uw tv
aansluiten op de HDMI OUT-aansluiting (p. 23) of op de MONITOR OUT (VIDEO)-aansluiting (p. 24) van
het toestel. Zie “Videosignaalstroom” (p. 133) voor meer informatie.
De combinatie van video-/audio-ingangen wijzigen
Als de combinatie van video-/audio-ingangsaansluitingen die op het toestel
beschikbaar zijn, niet overeenkomt met uw videoapparaat, verandert u de combinatie
overeenkomstig de uitgangen van uw apparaat. U kunt een videoapparaat aansluiten
dat de volgende video-/audio-uitgangsaansluitingen heeft.
Noodzakelijke instelling
Als u bijvoorbeeld een videoapparaat hebt aangesloten op AV 2 (COMPONENT
VIDEO)- en AV 5 (AUDIO)-aansluitingen van het toestel, verandert u de
combinatie-instelling als volgt.
Uitgangen op videoapparaat
Ingangaansluitingen op het toestel
Video Audio
Composietvideo
Digitaal coaxiaal AV 3 (VIDEO + COAXIAL)
Digitaal optisch AV 4 (VIDEO + OPTICAL)
Analoog stereo AV 5–6 (VIDEO + AUDIO)
AUDIO 1
AUDIO 2
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
VIDEO
AV4
AV3
AV2
AV 1
(TV)
P
B
Y
P
R
HDMI 1
(
BD/DVD
)
12
ARC
AN
AM
AV 5
VIDEO
AV 6
A
DC OUT
TRIGGER OUT
REMOTE
5V
0.5A
12V
IN
OUT
0.1A
COMPONENT VIDEO
HDMI
OUT
(
R
R
L
COAXIAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
VIDEO
VIDEO
CC
L
R
L
R
OO
V
V
Het toestel
(achterzijde)
AV 3–6
(VIDEO)-aansluiting
Video-uitgang
(composietvideo)
Videoapparaat
Audio-uitgang
(digitaal optisch, digitaal coaxiaal
of analoog stereo)
Een
AV 3 (COAXIAL)-aansluiting,
AV 4 (OPTICAL)-aansluiting,
AV 5–6 (AUDIO)-aansluitingen
Uitgangen op videoapparaat Ingangaansluitingen op het toestel
Video Audio Video Audio
HDMI
Digitaal optisch HDMI 1–5
AV 1 (OPTICAL)
AV 4 (OPTICAL)
Digitaal coaxiaal HDMI 1–5 AV 2–3 (COAXIAL)
Analoog stereo HDMI 1–5
AV 5–6 (AUDIO)
AUDIO 1–2
Componentvideo Analoog stereo
AV 1–2
(COMPONENT
VIDEO)
AV 5–6 (AUDIO)
AUDIO 1–2
AUDIO 1
AUDIO 2
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
VIDEO
AV4
AV3
AV2
AV 1
(TV)
P
B
Y
P
R
HDMI 1
(
BD/DVD
)
12
ARC
ANTEN
AM
AV 5
VIDEO
AV 6
AV O
U
DC OUT
TRIGGER OUT
REMOTE
5V
0.5A
12V
IN
OUT
0.1A
COMPONENT VIDEO
HDMI
OUT
(
RADI
O
AV 5
R
L
AUDIO
AV2
P
B
Y
P
R
L
R
L
R
PR
PB
Y
COMPONENT
VIDEO
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
AV 2 (COMPONENT VIDEO)-
aansluitingen
Video-uitgang
(componentvideo)
AV 5
(AUDIO)-aansluitingen
Videoapparaat
Audio-uitgang
(analoog stereo)
Het toestel
(achterzijde)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11