Operation Manual
Table Of Contents
- Accessoires
- EIGENSCHAPPEN
- VOORBEREIDINGEN
- Algemene installatieprocedure
- Luidsprekers plaatsen
- De luidsprekers aansluiten
- Een tv aansluiten
- Weergaveapparaten aansluiten
- De FM/AM-antennes aansluiten
- Een netwerkkabel of de draadloze antenne aansluiten
- Andere apparaten aansluiten
- Het netsnoer aansluiten
- Een schermtaal voor het menu selecteren
- De luidsprekerinstellingen automatisch optimaliseren (YPAO)
- Draadloos verbinding maken met een netwerkapparaat
- WEERGAVE
- Basisweergaveprocedure
- De signaalbron en favoriete instellingen selecteren met één aanraking (SCENE)
- De geluidsmodus selecteren
- Luisteren naar FM/AM-radio
- iPod-muziek weergeven
- Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
- Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)
- Naar internetradio luisteren
- iPod-muziek weergeven met AirPlay
- Muziek afspelen in meerdere ruimtes (multizone)
- Het toestel bedienen vanuit een webbrowser (webbediening)
- De huidige status weergeven
- Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
- INSTELLINGEN
- Signaalbronnen configureren (menu Input)
- De functie SCENE configureren (menu Scene)
- De instellingen van geluidsprogramma’s en surrounddecoders configureren (menu Sound Program)
- Verschillende functies configureren (menu Setup)
- Informatie over het toestel weergeven (menu Information)
- De systeeminstellingen configureren (menu ADVANCED SETUP)
- Onderdelen van het menu ADVANCED SETUP
- De instelling van de luidsprekerimpedantie (SP IMP.) wijzigen
- De afstandsbedienings-ID selecteren (REMOTE ID)
- De instelling van de FM/AM-afstemmingsfrequentie wijzigen (TU)
- Het videosignaaltype wisselen (TV FORMAT)
- De beperking op HDMI-videoweergave verwijderen (MON.CHK)
- De standaardinstellingen herstellen (INIT)
- De firmware bijwerken (UPDATE)
- De versie van de firmware controleren (VERSION)
- De firmware van het toestel bijwerken via het netwerk
- APPENDIX
INSTELLINGEN ➤ Signaalbronnen configureren (menu Input) Nl 91
■ Rename/Icon Select
Wijzigt de naam en het pictogram van de signaalbron die worden weergegeven op de
display van het voorpaneel of het tv-scherm.
Signaalbronnen
HDMI 1–5, V-AUX, AV 1–6, AUDIO 1–2, USB, PHONO*
* alleen RX-V777 (met uitzondering van modellen voor de V.S. en Canada)
■ Instelprocedure
1
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een sjabloon te selecteren en druk op de
cursortoets (w).
• U kunt de sjabloon of het pictogram voor “USB” niet wijzigen als er een iPod is aangesloten.
2
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een pictogram te selecteren en druk op de
cursortoets (w).
3
Druk op ENTER om het scherm voor het bewerken van de naam te openen.
4
Gebruik de cursortoetsen en ENTER om de naam te wijzigen en selecteer “ENTER”
om de invoer te bevestigen.
• Selecteer “CLEAR” om de invoer te wissen.
5
Gebruik de cursortoetsen om “OK” te selecteren en druk op ENTER.
• Als u de standaardinstelling wilt herstellen, selecteert u “RESET”.
6
Druk op ON SCREEN om het menu te sluiten.
■ Audio In
Combineert de videoaansluiting van het geselecteerde ingangssignaal met een
audioaansluiting van andere bronnen. Gebruik deze functie bijvoorbeeld in de
volgende gevallen.
• Voor het aansluiten van een weergaveapparaat dat wel HDMI-videoweergave maar
geen HDMI-audioweergave ondersteunt.
• Voor het aansluiten van een weergaveapparaat met componentvideoaansluitingen en
analoge stereo aansluitingen (zoals gameconsoles)
Signaalbronnen
HDMI 1–5, AV 1–2
■ Instelprocedure
(Om audio te verzenden via een digitale optische aansluiting)
Selecteer “AV1” of “AV4” en sluit het apparaat op de corresponderende
audioaansluitingen van het toestel aan met een digitale optische kabel.
(Om audio te verzenden via een digitale coaxiale aansluiting)
Selecteer “AV2” of “AV3” en sluit het apparaat op de corresponderende
audioaansluitingen van het toestel aan met een digitale coaxiale kabel.
(Om audio te verzenden via analoge audioaansluitingen)
Selecteer “AV5”, “AV6”, “AUDIO1” of “AUDIO2” en sluit het apparaat op de
corresponderende audioaansluitingen van het toestel aan met een stereo plugkabel.
■ Decoder Mode
Bepaalt de indeling van digitale audioweergave op “DTS”.
Als het toestel bijvoorbeeld geen DTS-audio detecteert en alleen ruis weergeeft, stelt u
“Decoder Mode” in op “DTS”.
Signaalbronnen
HDMI 1–5, V-AUX, AV 1–4
Instellingen
Auto
Selecteert automatisch een audio-indeling die past bij het ontvangen
audiosignaal.
DTS
Selecteert alleen DTS. (Andere audiosignalen worden niet
gereproduceerd.)