Operation Manual
Table Of Contents
- Accessoires
- EIGENSCHAPPEN
- VOORBEREIDINGEN
- Algemene installatieprocedure
- Luidsprekers plaatsen
- De luidsprekers aansluiten
- Een tv aansluiten
- Weergaveapparaten aansluiten
- De FM/AM-antennes aansluiten
- Een netwerkkabel of de draadloze antenne aansluiten
- Andere apparaten aansluiten
- Het netsnoer aansluiten
- Een schermtaal voor het menu selecteren
- De luidsprekerinstellingen automatisch optimaliseren (YPAO)
- Draadloos verbinding maken met een netwerkapparaat
- WEERGAVE
- Basisweergaveprocedure
- De signaalbron en favoriete instellingen selecteren met één aanraking (SCENE)
- De geluidsmodus selecteren
- Luisteren naar FM/AM-radio
- iPod-muziek weergeven
- Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
- Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)
- Naar internetradio luisteren
- iPod-muziek weergeven met AirPlay
- Muziek afspelen in meerdere ruimtes (multizone)
- Het toestel bedienen vanuit een webbrowser (webbediening)
- De huidige status weergeven
- Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
- INSTELLINGEN
- Signaalbronnen configureren (menu Input)
- De functie SCENE configureren (menu Scene)
- De instellingen van geluidsprogramma’s en surrounddecoders configureren (menu Sound Program)
- Verschillende functies configureren (menu Setup)
- Informatie over het toestel weergeven (menu Information)
- De systeeminstellingen configureren (menu ADVANCED SETUP)
- Onderdelen van het menu ADVANCED SETUP
- De instelling van de luidsprekerimpedantie (SP IMP.) wijzigen
- De afstandsbedienings-ID selecteren (REMOTE ID)
- De instelling van de FM/AM-afstemmingsfrequentie wijzigen (TU)
- Het videosignaaltype wisselen (TV FORMAT)
- De beperking op HDMI-videoweergave verwijderen (MON.CHK)
- De standaardinstellingen herstellen (INIT)
- De firmware bijwerken (UPDATE)
- De versie van de firmware controleren (VERSION)
- De firmware van het toestel bijwerken via het netwerk
- APPENDIX
INSTELLINGEN ➤ De instellingen van geluidsprogramma’s en surrounddecoders configureren (menu Sound Program) Nl 95
4
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om een onderdeel te selecteren en
druk op ENTER.
• Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren naar het vorige scherm.
• Selecteer “Reset” om de standaardinstellingen voor het geselecteerde geluidsprogramma te
herstellen.
5
Gebruik de cursortoetsen om een instelling te selecteren en druk op
ENTER.
6
Druk op ON SCREEN om het menu te sluiten.
Onderdelen van het menu Sound Program
• Beschikbare items verschillen naargelang het geselecteerde geluidsprogramma of de surrounddecoder.
• Standaardinstellingen zijn onderstreept.
■ Instellingen voor geluidsprogramma’s
Item Functie Instellingen
Decode Type
Selecteert een surrounddecoder voor
gebruik in combinatie met het
geselecteerde geluidsprogramma.
bPro Logic*, bPLIIx Movie
(bPLII Movie), bPLIIx
Music* (bPLII Music*),
bPLIIx Game* (bPLII
Game*), Neo:6 Cinema,
Neo:6 Music*
(* Alleen beschikbaar als
“SURROUND DECODER” is
geselecteerd)
DSP Level
Regelt het niveau van het
geluidsveldeffect.
-6 dB tot 0 dB tot +3 dB
Hoger om het
geluidsveldeffect te
versterken, lager om het
effect te verzwakken.
Initial Delay
Regelt de vertraging tussen het directe
geluid en het gegenereerde
aanwezigheidsgeluidsveld.
1 ms tot 99 ms
Hoger om het
vertragingseffect te
versterken, lager om het
effect te verzwakken.
Surround Initial Delay
Regelt de vertraging tussen het directe
geluid en het gegenereerde
surroundgeluidsveld.
1 ms tot 49 ms
Hoger om het
vertragingseffect te
versterken, lager om het
effect te verzwakken.
Surround Back Initial
Delay
Regelt de vertraging tussen het directe
geluid en het gegenereerde achterste
surroundgeluidsveld.
Room Size
Regelt het breedte-effect van het
aanwezigheidsgeluidsveld.
0,1 tot 2,0
Hoger om het breedte-effect
te versterken, lager om het
effect te verzwakken.
Surround Room Size
Regelt het breedte-effect van het
surroundgeluidsveld.
Surround Back Room
Size
Regelt het breedte-effect van het
achterste surroundgeluidsveld.
Liveness
Regelt het verlies van het
aanwezigheidsgeluidsveld.
0 tot 10
Hoger om de weerkaatsing te
versterken, lager om het
effect te verzwakken.
Surround Liveness
Regelt het verlies van het
surroundgeluidsveld.
Surround Back
Liveness
Regelt het verlies van het achterste
surroundgeluidsveld.