Owner's Manual

18
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een externe
versterker
Als u het uitgangsvermogen naar de luidsprekers wilt
verhogen, of een andere versterker wilt gebruiken, sluit u
een externe versterker aan op de OUTPUT-aansluitingen
zoals hieronder is beschreven.
Opmerking
Als de RCA-penstekkers zijn aangesloten op de OUTPUT-
aansluitingen voor uitvoer naar een enxterne versterker, is het
niet noodzakelijk de overeenkomstige SPEAKERS-
aansluitingen te gebruiken.
OUTPUT
MAIN
CENTER
SUB
WOOFER
R L
LR
REAR
(SURROUND)
1
2
3
4
Aansluiten van een externe
decoder
Dit apparaat is uitgerust met 6 extra ingangsaansluitingen
(linker en rechter MAIN, CENTER, linker en rechter
SURROUND en SUBWOOFER) voor discrete
multikanalen invoer vanaf een externe decoder,
soundprocessor of voorversterker.
Sluit de uitgangsaansluitingen van uw externe decoder
aan op de 6CH INPUT-aansluitingen. Zorg ervoor dat de
linker en rechter uitgangsaansluitingen worden
aangesloten op de overeenkomstige linker en rechter
ingangsaansluitingen voor de hoofd- en surroundkanalen.
Opmerkingen
Wanneer u 6CH INPUT kiest als ingangsbron, schakelt dit
apparaat automatisch de digitale geluidsveldprocessor uit en
kunt u niet luisteren naar DSP-programma’s.
Wanneer 6CH INPUT is gekozen als ingangsbron, kunnen de
uitgangsfuncties van 1A tot en met 1E op het INSTELMENU
niet worden veranderd.
1 MAIN-aansluitingen
Lijnuitgangsaansluitingen van het hoofdkanaal.
Opmerking
De signalen die via deze aansluitingen worden uitgevoerd,
worden beïnvloed door de BASS-, TREBLE- en BASS
EXTENSION-instellingen.
2 SUBWOOFER-aansluiting
Als u een subwoofer gebruikt met een ingebouwde
versterker, inclusief het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer Systeem, sluit u de
ingangsaansluiting van de subwoofer aan op deze
aansluiting. De superlagetonensignalen van de hoofd-,
midden- en/of achterkanalen worden naar deze
aansluiting gestuurd. (De grensfrequentie van deze
aansluiting is 90 Hz.) De LFE (lagetoneneffect)-signalen,
die worden gegenereerd wanneer Dolby Digital of DTS
wordt gedecodeerd, worden tevens hiernaar gestuurd als
ze zijn toegewezen aan deze aansluiting.
Opmerkingen
Stel het volumeniveau van de subwoofer in met behulp van de
regelaar op de subwoofer. Het volumeniveau van de subwoofer
kan niet vanaf dit apparaat worden geregeld.
Afhankelijk van de instellingen van de items “1 SPEAKER
SET”, “10A LFE LEVEL” en “11 DTS LFE LEVEL” op het
INSTELMENU, is het mogelijk dat bepaalde signalen niet
worden uitgevoerd via de SUBWOOFER-aansluiting.
3 CENTER-aansluiting
Lijnuitgangsaansluitingen van het middenkanaal.
4 REAR (SURROUND)-aansluitingen
Lijnuitgangsaansluitingen van het achterkanaal.