User Manual

7
Nederlands
Namen van bedienelementen en functies
In het begin
Chapter
1
6
Chapter
1 In het begin
Namen van bedienelementen en functies
Piano
Piano (staande)t Vleugel
1
1
2
Bedieningselement
(pagina 7 )
[voor piano’s met een
sostenutopedaal]
(aan de achterkant
van de piano)
Bedieningselement
(pagina 7 )
GM-element
(pagina 8)
Piano Vleugel
1
Piano pedaal / Shift pedaal
Vermindert de geluidssterkte en verandert enigszins de
klankkleur van de tonen, die na de bediening van de
pedaal gespeeld worden.
Wanneer u de Electric Piano sound kiest schakelt dit
pedaal tussen aan en uit van de chorus effect.
Wanneer u de Vibrafoon sound kiest schakelt dit pedaal
tussen aan en uit van de vibrato.
Wanneer u de Jazz Orgel sound kiest controleert dit
pedaal de snelheid van de rotatie-luidspreker (snel en
langzaam).
2
Silent pedaal
[For modellen die niet over een sostenutopedaal
beschikken] Activeert de Silent Piano™ functie (pagina
11).
Sostenuto pedaal
[Voor modellen die over een sostenuto pedaal
beschikken]
Houdt de tonen aan, die op dat moment gespeeld
worden, ook als u de toetsen loslaat. Daarna gespeelde
tonen worden niet beïnvloed.
3
Demper pedaal (sustain)
Houdt tonen aan, ook als u de toetsen loslaat. Als u de
piano sound gebruikt, wordt hierdoor een meetrillen van
de snaren en de klankbodem van een akoestische piano
geïmiteerd (Damper Resonance effect). U kunt de diepte
van deze meetrilling middels de Functie Setup instellen
(pagina 38).
1 2 3
1 2 3
1
Geluiddempingsschakelaar
Activeert de Silent Piano™ functie (pagina 11).
Pedalen
Besturingseenheid (voorkant)
Piano
10
1 2
3
4 5 6 7 8 9
11 12
Vleugel
10
1 2
3
4 5 6 7 8 9
11 12
1
POWER knop
Schakelt de digitale piano aan en uit.
2
PIANO knop
[Voor piano’s]
Schakelt de sound van de digitale piano om naar piano
sound.
QUIET knop
[voor vleugels]
Activeert de Silent Piano™ functie (pagina 11).
3
REC knop
Schakelt het instrument om naar stand-by
opnamemodus.
4
STOP knop
Stopt de weergave.
5
PLAY/PAUSE knop
Start of onderbreekt de weergave.
6
+/YES en –/NO knoppen
Het selecteren van titels, sounds en parameters, of het
instellen van waarden voor verschillende instellingen.
7
FUNC knop
Kiezen van de aangegeven functies. De functie wordt bij
elke knopdruk als volgt verandert.
8
Functie-indicaties
Toont de gekozen functie.
9
Display
Toont het sound- of titelnummer of de waarden van
verschillende instellingen.
10
USB poort
Aansluiting van USB-media (pagina 36).
11
PHONES stopcontacten (stereo mini jack)
Aansluiting van maximaal 2 stereokoptelefoons, opdat
iemand anders uw muziek kan meeluisteren.
12
VOLUME knop
Regelt de geluidssterkte voor koptelefoons, de
OUTPUT stopcontacten (alleen voor vleugels), de AUX
OUT stopcontacten en de werking van de TA-modus
(pagina 11).
2
DC12V-ingang
Sluit hier de meegeleverde AC-netvoedingsadapter
aan (pagina 9).
Hoofdstuk
Hoofdstuk