User Manual

Table Of Contents
Song afspelen
MOTIF XF Naslaggids
139
Druk op de knop [SELECTED PART CONTROL] om de
display Control Function te openen.
Een doelpartij selecteren
De functies die aan de knoppen zijn toegewezen worden
alleen toegepast op de op dat moment geselecteerde partij.
Als u de partij wilt wijzigen, activeert u het venster Control
Function en drukt u op een van de knoppen [1] – [16].
Knopfuncties
Aan de knoppen 1 – 8 zijn verschillende functies toegewezen
(zie de lijst hieronder) afhankelijk van welk lampje brandt:
TONE 1, TONE 2 of ARP FX. U kunt tussen deze lampjes
schakelen met de knop [SELECTED PART CONTROL].
Zie pagina 46 voor meer informatie over deze functies.
Met de schuifregelaars kunt u het volume aanpassen voor
iedere partij.
De te bewerken partijen verwisselen:
1 – 8 en 9 – 16
Wanneer de huidige partij er een van 1 – 8 is, kunt u met de
acht schuifregelaars het volume aanpassen voor partij 1 – 8.
Wanneer de huidige partij er een van 9 – 16 is, kunt u met de
acht schuifregelaars het volume aanpassen voor partij 9 – 16.
De partij kan worden geselecteerd door de knop [TRACK] in
te schakelen en op de gewenste nummerknop te drukken.
Mixconfiguratie van elke track
Als u de mixparameters, zoals voice, volume en de panfactor,
voor iedere track wilt bewerken, drukt u op de knop [MIXING]
om de modus Mixing te activeren (pagina 188) en bewerkt u
vervolgens de parameters voor de mixpartij die overeenkomt
met de gewenste track. Let erop dat track 1 niet altijd
overeenkomt met mixpartij 1. Zoals hieronder wordt getoond
worden alle tracks van de songsequencedata en alle
mixpartijen van het toongeneratorblok met elkaar verbonden
wanneer het zendkanaal (TxCH) gelijk is aan het
ontvangstkanaal (RcvCH). Dit betekent dat de sequencedata
van elke track de overeenkomstige partijen (de partijen met
dezelfde MIDI-kanaaltoewijzing) in het toongeneratorblok
afspelen. De zendkanalen van de tracks kunnen worden
ingesteld in de display Song Track (pagina 142) van de
modus Song Play, terwijl de ontvangstkanalen van de partijen
kunnen worden ingesteld in de display Voice (pagina 194)
van de modus Mixing.
Display Track View (trackweergave)—
[F1] TrackView
[SONG]
Deze display verschijnt altijd als eerste wanneer u de
songmodus activeert.
1 Songnummer, Songnaam
Hiermee bepaalt u de song die u wilt afspelen.
Instellingen:
Songnummer: 01 – 64
Songnaam: Zie de opmerking hieronder.
U kunt de songnaam bewerken door de cursor te
verplaatsen naar de betreffende locatie en op de knop
[SF6] CHAR te drukken. Zie pagina 37 voor
meer informatie.
De afsnijfrequentie en resonantie
aanpassen voor alle partijen
Knop 1 Knop 2 Knop 3 Knop 4
TONE 1 Afsnijden Reso Attack Decay
TONE 2 LowGain MidFreq MidGain MidQ
ARP FX Swing Qt-waarde Qt-sterkte GateT
Knop 5 Knop 6 Knop 7 Knop 8
TONE 1 Sustain Release Assign1 Assign2
TONE 2 HighGain Pan Reverb Chorus
ARP FX Aanslag Octaaf UnitMlt Tempo
Het volume van elke partij aanpassen
OPMERKING
RcvCHTxCH
Song
Song Mixing
Track 1
Track 2
Track 3
:
Tra ck 16
2
2
3
:
16
2
3
3
:
16
Partij 1
Partij 2
Partij 3
:
Partij 16
1
7
%
8
9
24
)
!@
&* (A BC
5
3
6
#
$
^
OPMERKING