User Manual

Table Of Contents
Patronen afspelen
MOTIF XF Naslaggids
171
1 Selecteer een patroon in de display Play
(pagina 168).
2 Druk op de knop [F4] om de display Patch
te activeren.
3 Selecteer een sectie (A – P).
Verplaats de cursor naar de sectie en selecteer de
gewenste sectie met de datadraaiknop en de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO].
4 Stel het metrum (de maatsoort), het tempo
en de lengte van het patroon in.
Verplaats de cursor naar de gewenste parameter (zoals
lengte, maatsoort of tempo) en stel vervolgens de waarde
in met de datadraaiknop en de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO].
5 Wijs aan elke track de gewenste frase toe.
Verplaats de cursor naar een track en stel een
frasenummer in met de datadraaiknop en de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO]. U kunt frasen ook toewijzen
tijdens het afspelen van een patroon.
Om te controleren of de frase goed is toegewezen, zet u
de track waaraan de frase is toegewezen op solo via de
volgende procedure. Druk op de knop [SOLO], zodat de
bijbehorende indicator oplicht en druk op een van de
nummerknoppen [1] – [16] om de track te selecteren
waaraan de frase is toegewezen.
U kunt op drie manieren een frase maken:
De nieuwe frase opnemen via de functie Pattern
Record (pagina 177).
De frase kopiëren vanuit een ander patroon via
de knop [SF5].
Een partij uit de songdata omzetten in een frase via de
job Get Phrase from Song (Frase ophalen uit song)
(pagina 184).
6 Herhaal de bovenstaande stappen 3 t/m 5 om
het patroon te voltooien.
Maak secties die dienen als intro, melodie A, melodie B,
hoofdthema en ending voor de volledige song.
Het is een goed idee om de job Copy Pattern (Patroon
kopiëren) (pagina 186) te gebruiken als u een sectie
wilt maken die is gebaseerd op of klinkt als een reeds
bestaande sectie.
7 Druk op de knop [STORE] om het patroon
op te slaan.
Zie pagina 177 voor gedetailleerde instructies over
het opslaan van een patroon.
Patroonketen—[F5] Chain
(patroonketen)
In een patroonketen rijgt u diverse verschillende secties aan
elkaar om één volledige song te maken. U maakt
bijvoorbeeld een sectie A voor de intro, een sectie B voor het
couplet, een sectie C voor het refrein en een sectie D voor
het einde en u hebt de basisbouwstenen voor een
oorspronkelijke song. De gemaakte patroonketendata
kunnen worden omgezet naar MIDI-sequencedata en
opgeslagen als een song. Druk in de modus Pattern Play op
de knop [F5] Chain om de display Pattern Chain te activeren.
U kunt voor elk patroon een patroonketen maken, zodat u
iedere keer als u een patroon selecteert een andere, unieke
patroonketen kunt activeren.
U kunt de volgende events opnemen in de patroonketen.
Afspeelvolgorde van de secties
Patroontrack aan/uit—Solo en Mute
Tempo wijzigen
Maatsoort wijzigen
U kunt op twee manieren een patroonketen maken: Een
patroon in realtime afspelen en opnemen in de display
Pattern Record of de afspeelvolgorde van de secties een
voor een programmeren in de display Pattern Chain Edit.
Patroonketendata die in realtime zijn opgenomen kunt
u bewerken in de display Pattern Chain Edit.
In de display Pattern Chain kunt u de patroonketendata
afspelen die u hebt gemaakt. Druk in de modus Pattern Play
op de knop [F5] Chain om naar de display Pattern Chain Play
te gaan.
De handeling in de display Pattern Chain is in principe
dezelfde als in de display Pattern Play, behalve dat u geen
patroonnummer kunt selecteren. Zie de display Pattern Play
(pagina 168) voor meer informatie over parameters die hier
niet worden behandeld.
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
NUM-pictogram in het tabmenu dat hoort bij de knop
[SF6]. In deze situatie kunt u de knoppen [SF1] – [SF5] en
[F1] – [F5] gebruiken als nummerknoppen door op de
knop [SF6] NUM te drukken. Zie pagina 36 voor
meer informatie.
Een patroon maken
OPMERKING
Patroonketen afspelen—[F5] Chain
1234
6
5
OPMERKING