User Manual

Table Of Contents
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Referentie
MOTIF XF Naslaggids
188
Multitimbrale toongenerator instellen
om songs en patronen af te spelen (Mixing-modus)
Het instellen van het toongeneratorblok voor het afspelen van songs en patronen wordt mixen genoemd. In de modus Mixing
kunt u de voice en de effectinstellingen voor elke partij wijzigen.
Druk in de modus Song of Pattern op de knop [MIXING] om de modus Mixing te activeren.
De modus Mixing kan niet worden opgeroepen vanuit de modus Voice, Performance of Master.
Structuur van de modus Mixing
In deze paragraaf wordt in detail beschreven wat de modus Mixing inhoudt en wat u ermee kunt doen.
Wat is mixen?
In de modi Song en Pattern functioneert het interne
toongeneratorblok als multitimbrale toongenerator voor
het ontvangen en verwerken van MIDI-sequencedata die
bestaan uit meerdere kanalen. De instellingen van de
multitimbrale toongenerator worden gezamenlijk een 'mix'
genoemd. Voor elke song en elk patroon wordt een
mixprogramma geleverd. Als u een andere song of
een ander patroon selecteert, wordt het bijbehorende
mixprogramma geactiveerd.
Common Edit (algemene
bewerking) en Part Edit
(partijbewerking)
De modus Mixing Edit bevat twee submodi: Common Edit
en Part Edit. Met Common Edit kunt u de algemene
gemeenschappelijke instellingen voor alle partijen bewerken,
zoals Master Effect, Master-EQ en besturingsinstellingen.
Met Part Edit kunt u de verschillende parameters aanpassen
voor de 16 partijen op basis van de overeenkomende tracks
van de song- of patroontrack.
Effect- en EQ-structuur in
de Mixing-modus
In de modus Mixing beschikt u over twee EQ-blokken
en drie effectblokken.
De twee EQ-blokken in de modus Mixing zijn Part EQ
en Master EQ. Part EQ wordt toegepast op elk van de
mixpartijen en kan worden ingesteld in de EQ-display
(pagina 195) van Part Edit. Bovendien kunt u de parameters
van Part EQ voor alle partijen tegelijk aanpassen in de
display Part EQ (pagina 192) van Common Edit. Master EQ
daarentegen wordt toegepast op het totaalgeluid (alle
mixpartijen) en kan worden ingesteld in de display Master
EQ (pagina 193) van Common Edit.
De effectblokken in de modus Mixing zijn Reverb, Chorus en
Master Effect. Reverb en Chorus worden toegepast op het
totaalgeluid en de bijbehorende parameters kunnen worden
ingesteld in de display Reverb/Chorus (pagina 193) van
Common Edit. De diepte (het zendniveau) van Reverb/
Chorus kan voor elke partij worden ingesteld in de display
Connect (pagina 193) van Part Edit. Master Effect
daarentegen wordt toegepast op het totaalgeluid (alle
mixpartijen) en kan worden ingesteld in de display Master
Effect (pagina 193) van Common Edit.
OPMERKING
Mixing Edit (mix bewerken)
Common Edit
(algemene
bewerking)
Part Edit
(partijbewerking)
Partij 1
Partij 1 16
Mixing Edit
Part 1
Part EQ
Invoegeffect-
knop
Part 1 – Part 16
A/D-invoerpartij
Invoegeffectknop
Invoegeffectinstellingen
Partijbewerking Algemene bewerking
Part EQ Offset
Reverb-effect
Chorus-effect
Master-effect
Master EQ