User Manual

Table Of Contents
Audio-opname voor song/patroon (modus Sampling)
MOTIF XF Naslaggids
209
Deze parameters 15 zijn dezelfde als die in de display
Standby (pagina 205).
6 Type
Selecteer het type dat het best bij de oorspronkelijke frase
past. Hiermee wordt aangegeven hoe de sample wordt
gesegmenteerd en wordt in zekere mate de kwaliteit van het
geluid bepaald.
Instellingen: beat1 – 3, phrase1 – 4, quick
beat1 – 3
Dit segmenttype is geschikt voor percussiefrasen zoals drums of bas
met een snelle attack en een korte wegsterftijd. U hebt de keuze uit
drie variaties.
phrase1 - 4
Ideaal voor frasen met cimbalen of andere instrumenten met een lange
wegsterftijd. U hebt de keuze uit vier variaties.
quick
De sample wordt gesegmenteerd volgens de opgegeven subdelen
van de noot, ongeacht de inhoud van de frasen. Het aantal segmenten
per maat wordt berekend door het bovenste nummer van de parameter
Meter (maatsoort) te vermenigvuldigen met het onderste nummer van
de parameter Sub Divide.
Zie 'Tips voor het gebruik van de slicetypen' voor nuttige
aanwijzingen over het inzetten van de parameter Slice
Type voor verschillende samples.
U opent de lijst en selecteert het gewenste item door op
de knop [SF6] LIST te drukken. Zie pagina 37 voor meer
informatie.
7 Measure
Hiermee wordt het aantal maten voor het afspelen van
samples bepaald. Als de slicebewerking is uitgevoerd,
worden sequencedata die overeenkomen met het
opgegeven aantal maten gemaakt.
De sequencedata worden gemaakt vanaf het begin van
de huidige maat waar is gestart met het samplen.
Instellingen: 1 – 8
8 Meter
Hiermee wordt de maatsoort van de sample bepaald.
De instelling hier wordt de basiseenheid voor slices.
Instellingen: 1/16 – 16/16, 1/8 – 16/8, 1/4 – 8/4
9 Sub Divide
Met de parameter Meter (maatsoort) wordt de basiseenheid
voor Slice ingesteld en met Sub Divide (onderverdeling) de
fijnere resolutie voor frasen die gedeelten met kortere noten
bevatten. Voor bijvoorbeeld een frase van één maat die
zowel 1/4- als 1/8-noten bevat zou Meter op 4/4 moeten
worden ingesteld en Sub Divide op 1/2. Deze parameter
heeft geen effect als de parameter Slice Type is ingesteld op
beat 1 – 2.
Instellingen:
Als Meter is ingesteld op 1 – 8/4: kwartnoot (1/1), 1/8-noot (1/2),
1/4-noottriool (1/3), 1/16-noot (1/4), 1/8-noottriool (1/6), 1/32-noot (1/8),
1/16-noottriool (1/12)
Als Meter is ingesteld op 1 – 16/8: 1/8-noot (1/1), 1/16-noot (1/2),
1/8-noottriool (1/3), 1/32-noot (1/4), 1/16-noottriool (1/6)
Als Meter is ingesteld op 1 – 16/16: 1/16-noot (1/1), 1/32-noot (1/2),
1/16-noottriool (1/3)
De maximale resolutie voor slice bij stereosamples is
64 slices en bij monosamples 128 slices.
) Sens (Sensitivity)
Hiermee past u de onderverdeling verder aan die is
ingesteld met de parameter Sub Divide. Hogere waarden
resulteren in een hogere resolutie, waardoor nog fijnere noten
en kortere geluiden worden gedetecteerd en worden
opgenomen in de slice. Met de functie Audition (beluisteren)
(druk op [SF1]) kunt u de resultaten beluisteren en als u niet
tevreden bent, wijzigt u de instelling en probeert u het
opnieuw.
Deze parameter heeft geen effect als het slicetype 'quick'
is geselecteerd.
Instellingen: 1 – 5
! Tempo
Hiermee wordt het tempo bepaald waarmee de sampleslices
worden afgespeeld als u op de knop [SF1] Audition drukt.
De hier ingestelde waarde wordt toegepast op het tempo
waarmee de song of het patroon wordt afgespeeld.
Instellingen: 005 – 300
@ Recordable Time (alleen aanduiding)
Hiermee wordt de beschikbare sampletijd aangegeven op
basis van het beschikbare geheugen. De hier aangegeven
tijd wordt berekend op basis van een monosignaal bij een
samplefrequentie van 44.1 kHz. De hoeveelheid
geheugenruimte die momenteel wordt gebruikt, wordt als
een blauwe lijn weergegeven in de display.
# [SF4] Apply
Als op dit tabbladmenu 'Apply' (toepassen) wordt
weergegeven, is het samplen (opnemen) al voltooid en de
slicebewerking nog niet uitgevoerd. Als u in zo'n geval op
deze knop drukt, wordt de slicebewerking uitgevoerd en het
tabbladmenu 'Apply' (toepassen) gewijzigd in 'Cancel'
(annuleren).
Als op dit tabbladmenu 'Cancel' (annuleren) wordt
weergegeven, is zowel het samplen (opnemen) als de
slicebewerking uitgevoerd. Als u bij deze status op de knop
drukt, keert u terug naar de eerdere status (voor de
slicebewerking) met de aanduiding 'Apply' (toepassen).
$ [F6] Trim
Met deze knop opent u de display Record Trim (pagina 207),
waarmee u de ongewenste delen van de sample kunt
verwijderen.
1
2
4
5
6
7
8
9
)
!
@
3
# $
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING