User Manual

Table Of Contents
Effectblok
MOTIF XF Naslaggids
22
Basisstructuur Basisbediening
Aansluitingen
Sectie Basisbediening
Knoppen en schuiven
Met deze acht knoppen kunt u verschillende aspecten van
de voice in realtime aanpassen, terwijl u speelt. Met de acht
schuifregelaars kunt u het volume van de voice-elementen,
performancepartijen en mixpartijen aanpassen.
Zie pagina 46 (modus Voice), pagina 94 (modus
Performance) en pagina 138 (modus Song/Pattern)
voor meer informatie over het gebruik van de knoppen
en schuifregelaars in de respectieve modi.
Effectblok
Dit blok past effecten toe op de uitgang van het toongeneratorblok en het audio-ingangsblok, waarbij het geluid wordt verwerkt
en verbeterd. Via effecten kunt u het geluid van de gemaakte voice naar wens aanpassen.
Effectstructuur
Systeemeffecten worden toegepast op het totaalgeluid (een
voice, een complete performance, een song, enz. Bij het
gebruik van systeemeffecten wordt het geluid van elke partij
verzonden naar het effect in overeenstemming met het Effect
Send-niveau voor elke partij. Het verwerkte geluid (dit wordt
'nat' genoemd) wordt naar de mixer teruggestuurd op basis
van het retourniveau en uitgevoerd nadat het is gemixt met
het onverwerkte 'droge' geluid. Hierdoor kunt u een optimale
balans realiseren tussen het effectgeluid en het
oorspronkelijke geluid van de partijen.
Insertion-effecten kunnen op elke partij afzonderlijk worden
toegepast. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt om een enkele
partij direct te verwerken. U past de diepte van het effect aan
door de dry/wet (droog/nat)-balans in te stellen. Aangezien
een Insertion-effect maar op één specifieke partij kan worden
toegepast, gebruikt u dit effect het best voor geluiden die
u drastisch wilt veranderen of voor geluiden die een effect
gebruiken dat niet is bedoeld voor andere geluiden. U kunt
de balans ook zo instellen dat alleen het effectgeluid
hoorbaar is. Hiervoor stelt u Wet (nat-niveau) in op 100%.
Deze synthesizer biedt acht sets Insertion-effecten (één set
heeft A- en B-eenheden). Deze effecten kunnen worden
toegepast op alle partijen van de performance en op
maximaal acht partijen van de song/het patroon. Een ander
belangrijk Insertion-effect is de Vocoder, die slechts op één
partij kan worden toegepast.
In de modus Voice kan het effect Vocoder op elk van de
voices worden toegepast. In de modus Mixing (Song/
Pattern) en Performance kan het effect Vocoder alleen op
partij 1 worden toegepast. Het effect Vocoder werkt zelfs
niet als u de voice (waarop Vocoder in de modus Voice is
toegepast) aan de andere partijen (partij 2 of hoger)
toewijst.
Dit blok past effecten toe op het uiteindelijke stereo
uitgangssignaal van het totaalgeluid.
De element-EQ wordt toegepast op elk element van de
normale voice en elke toets van de drumvoice. U kunt uit zes
typen vormen kiezen, zoals shelving of parametrisch.
Deze 3-bands parametrische EQ wordt toegepast op elke
partij van de performance/songmix/patroonmix. De hoge
band en de lage band zijn van het shelvingtype.
De middenband is van het parametrische type.
De Master-EQ wordt toegepast op het uiteindelijke
totaalgeluid (na de toepassing van effecten) van het
instrument. In deze EQ worden alle vijf banden ingesteld
op parametrisch, maar de hoge en lage band kunnen ook
worden ingesteld op shelving.
Met het type Parametrisch (een Equalizer-vorm) kunt
u het signaal verzwakken/versterken bij de opgegeven
frequentie-instelling. Met het type Shelving (een andere
Equalizer-vorm) kunt u het signaal verzwakken/versterken
bij frequenties boven of onder de opgegeven frequentie.
Systeemeffecten - reverb en chorus
Insertion-effect
OPMERKING
Master Effect
Element-EQ
Part EQ
Master EQ
OPMERKING