User Manual

Table Of Contents
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
MOTIF XF Naslaggids
223
In deze display kunt u bepaalde automatische taken
opgeven die door de MOTIF XF worden uitgevoerd zodra
de stroom wordt ingeschakeld.
1 Auto Load
Bepaalt of de Auto Load-functie is in- of uitgeschakeld.
Als deze functie is ingeschakeld, worden de opgegeven
bestanden altijd automatisch (vanuit het USB-
opslagapparaat) geladen in het gebruikersgeheugen zodra
het instrument wordt aangezet. Het te laden bestand wordt in
deze display weergegeven. Dit bestand kan worden
opgegeven via de knop [SF5] Get.
Instellingen: on, off
2 Power On Mode
Hiermee worden de standaardaanzetmodus (en -
geheugenbank) bepaald, zodat u kunt selecteren welke
toestand automatisch wordt opgeroepen wanneer u het
instrument aanzet.
Instellingen:
performance
Als u het instrument de volgende keer aanzet, wordt de modus
Performance Play geactiveerd en wordt het eerste programmanummer
(USER: 001) automatisch geselecteerd.
voice (USER1)
Als u het instrument de volgende keer inschakelt, wordt de modus
Voice Play geactiveerd en wordt het eerste programmanummer van de
gebruikersvoices (USR: 001) automatisch geselecteerd.
voice (PRE1)
Als u het instrument de volgende keer inschakelt, wordt de modus
Voice Play geactiveerd en wordt het eerste programma van de vooraf
ingestelde voices (PRE: 001) automatisch geselecteerd.
voice (GM)
Als u het instrument de volgende keer inschakelt, wordt de modus
Voice Play geactiveerd en wordt het eerste programmanummer van de
vooraf ingestelde GM-voices (GM: 001) automatisch geselecteerd.
master
Als u het instrument de volgende keer inschakelt, wordt de modus
Master Play geactiveerd en wordt het eerste programmanummer (001)
automatisch geselecteerd.
Sla de instellingen voor Utility in het interne geheugen op
door op de knop [STORE] te drukken voordat u het
instrument uitschakelt. Houd er rekening mee dat de
instellingen voor Utility verloren gaan als u het instrument
uitschakelt zonder de opslaghandeling uit te voeren.
3 [SF5] Select
Als u op deze knop drukt, wordt de display Select Auto Load
File opgeroepen. In deze display kunt u het bestand (in het
externe opslagapparaat) opgeven dat automatisch moet
worden geladen wanneer de stroom wordt ingeschakeld
(wanneer Auto Load is ingesteld op 'on').
In deze display kunt u het bestand (in het externe
opslagapparaat) opgeven dat automatisch moet worden
geladen wanneer de stroom wordt ingeschakeld (wanneer
Auto Load is ingesteld op 'on'). Verplaats de cursor naar het
gewenste bestand en druk vervolgens op de knop [ENTER]
om het Auto Load-bestand te kiezen.
De parameters 14 zijn dezelfde als de parameters in het
venster File (pagina 237) van de modus File.
Audio In/Out-instellingen—
[F2] I/O (Input/Output)
In deze display kunt u de parameters voor Audio In/Out
instellen.
1 Mic/Line
Wanneer u de A/D INPUT-aansluitingen gebruikt, bepaalt
u hiermee de ingangsbron, microfoon (mic) of lijn (line).
Instellingen: mic, line
mic
Bedoeld voor apparatuur met een lage uitgang, zoals een microfoon,
elektrische gitaar of bas.
line
Bedoeld voor apparatuur met een hoge uitgang, zoals een
toetsenbord, synthesizer of cd-speler.
2 L&R Gain
Bepaalt de uitgangsversterking van de OUTPUT L/MONO-
en R-aansluitingen.
Instellingen: 0 dB, +6 dB
De standaarddisplay instellen als het
instrument wordt ingeschakeld—
[SF4] Auto Load
1
2
3
OPMERKING
Het Auto Load-bestand opgeven
[SF4] [SF5] Select
1
2
3
4
Hoger niveau
Directory
1
!
2
3
4
5
6
7
8
9
)