User Manual

Table Of Contents
Bestandsbeheer (File-modus)
MOTIF XF Naslaggids
239
[ENTER]. Op de regel Dir worden de naam en het pad
van de huidige directory aangegeven. In het vak eronder
worden de directory's en bestanden in de huidige
directory weergegeven.
Als u een nieuwe directory wilt maken en het bestand
daar wilt opslaan, drukt u op de knop [SF5] New Dir.
In de linkerkolom vindt u gedetailleerde instructies
voor het maken van een nieuwe directory.
5 Selecteer het gewenste datatype in de kolom
Type (4).
De lijst van directory's/bestanden bevat alleen bestanden
van het geselecteerde bestandstype.
De beschikbare bestandstypen zijn afhankelijk van
de modus die u selecteert voordat u de modus File
oproept. Als u het gewenste datatype niet vindt,
bijvoorbeeld 'voice', drukt u op de knop [EXIT] om het
bestandsvenster af te sluiten. Druk daarna op de
knop [VOICE] om de voicemodus te openen en op de
knop [FILE] om het bestandsvenster opnieuw
te openen.
6 Selecteer het gewenste bestand door de
cursor te verplaatsen in de lijst van directory's/
bestanden (3).
Deze handeling is onnodig bij de handelingen Opslaan of
Nieuwe directory. Als u de handeling Naam wijzigen
of Verwijderen wilt uitvoeren, drukt op de knop [SF3]
Rename of [SF4] Delete. In de linkerkolom en op
pagina 238 vindt u gedetailleerde instructies voor naam
wijzigen en verwijderen.
7 Selecteer een geheugenlocatie van hetzelfde
datatype dat in stap 5 is aangeduid als bron
of doel.
Als u de handeling Opslaan of Laden wilt uitvoeren, drukt
op de knop [SF1] Save of [SF2] Load. Zie pagina 241 en
242 voor gedetailleerde instructies voor opslaan en
laden.
Online apparaat activeren—
[F2] Mount (activeren)
In deze display kunt u de gedeelde directory's activeren
op de harde schijf van een computer die via het netwerk is
aangesloten op de MOTIF XF.
1 Host
Deze parameter bepaalt welke van de computers die zijn
aangesloten op het netwerk, de hostcomputer is met het te
activeren apparaat. Hier ziet u de computernaam die in uw
computer is ingesteld.
U kunt de apparatenlijst oproepen met de knop [SF6] LIST
en vervolgens het gewenste item in de lijst selecteren.
Zie pagina 37 voor meer informatie. Hier ziet u de
computernaam die in uw computer is ingesteld.
Als de gewenste computer niet wordt getoond in de
parameter Host (1), kunt u de lijst met tekens oproepen
door op de knop [SF5] CHAR te drukken en vervolgens de
computernaam handmatig invoeren. Zie 'Basisbediening'
op pagina 37 voor meer informatie over het opgeven van
een naam.
Bevestig de computernaam op uw computer. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van uw computer voor meer
informatie.
2 Sharing Point (gedeelde mappen)
Hier ziet u de gedeelde directory's van de hostcomputer die
hierboven is ingesteld. U kunt hier ook elk van de gedeelde
directory's activeren en deactiveren.
Denk eraan dat hier de namen worden getoond van de
gedeelde mappen die geautoriseerd zijn op de computer.
OPMERKING
OPMERKING
Directory activeren/deactiveren
U kunt de gedeelde directory activeren door de cursor in
de gewenste directory te plaatsen en op de knop
[ENTER] te drukken. De activeringsindicator verschijnt
links van de naam van de geactiveerde directory. U kunt
de gedeelde directory deactiveren door nogmaals op de
knop [ENTER] te drukken. De activeringsindicator
verdwijnt dan.
1
2
Activerings-
indicator
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING