User Manual

Table Of Contents
Effectblok
MOTIF XF Naslaggids
24
Basisstructuur Basisbediening
Aansluitingen
Sectie Basisbediening
1 Hiermee stelt u de Part EQ-parameters in die
worden toegepast op elke partij in de display
EQ (pagina 103) van Performance Part Edit.
2 Hiermee bepaalt u het zendniveau/retourniveau
naar/van Reverb/Chorus en het signaalniveau
dat wordt verzonden van Chorus naar Reverb.
Dit blok selecteert de effecttypen van respectievelijk
Reverb en Chorus en stelt de bijbehorende parameters
in. Deze kunnen worden ingesteld in de display Connect
(pagina 107) en de display Reverb/de display Chorus
(pagina 108) van Performance Common Edit.
3 Hiermee selecteert u het type Master Effect en
stelt u de effectparameters in de display Master
Effect (pagina 104) van Performance Common
Edit in.
4 Hiermee stelt u de Master EQ-parameters
in de display Master EQ (pagina 105) van
Performance Common Edit in.
De effectinstellingen van 13 in de modus Voice, zoals
toegelicht op pagina 23 zijn ook beschikbaar in de modus
Performance.
1 Hiermee stelt u de Part EQ-parameters in die
worden toegepast op elke partij in de display
EQ (pagina 195) van Mixing Part Edit.
2 Hiermee selecteert u de acht partijen waarop
het Insertion-effect wordt toegepast,
uitPart1– 16 en de AD Part.
Dit kan worden ingesteld in de display Insertion Effect
Switch (pagina 193) van Mixing Edit.
3 Hiermee bepaalt u het zendniveau/retourniveau
naar/van Reverb/Chorus en het signaalniveau
dat wordt verzonden van Chorus naar Reverb.
Dit blok selecteert de effecttypen van respectievelijk
Reverb en Chorus en stelt de bijbehorende parameters
in. Deze kunnen worden ingesteld in de display Connect
(pagina 193) en de display Reverb/de display Chorus
(pagina 193) van Mixing Common Edit.
4
Hiermee selecteert u het type Master Effect en
stelt u de effectparameters in de display Master
Effect (pagina 193) van Mixing Common Edit in.
5 Hiermee stelt u de Master EQ-parameters in
de display Master EQ (pagina 193) van Mixing
Common Edit in.
De effectinstellingen van 13 in de modus Voice,
zoals toegelicht op pagina 23, zijn beschikbaar voor
maximaal acht partijen waarvoor het Insertion-effect
is ingeschakeld.
Effectcategorie en -type
In deze sectie worden de effectcategorieën en hun typen
beschreven. De hieronder vermelde lijst met effecttypen
bevat de volgende kolommen voor elke categorie:
Rev (Reverb), Cho (Chorus), Ins (Insertion) en Mas (Master
Effect). Een vinkje in deze kolommen geeft aan dat het
effecttype beschikbaar is voor het desbetreffende blok.
Effecttypen met een vinkje kunnen met de paneelregelaars
worden geselecteerd.
Reverb
Reverb, ook wel 'reverberation' of nagalm genoemd, verwijst
naar de geluidsenergie in een kamer of afgesloten ruimte
nadat het oorspronkelijke geluid is gestopt. Reverb is
vergelijkbaar met echo, maar verschilt hier toch ook van en
vormt het indirecte, verstrooide geluid van reflecties via de
muren en het plafond die het directe geluid vergezellen.
De karakteristieken van dit indirecte geluid zijn afhankelijk
van de grootte van de kamer of ruimte en de materialen en
bekledingen in die ruimte.
OPMERKING
Mixing, modus
1
2
3
45
Mengen
Part
Part EQ
Partij 1 – 16
AD Part
Voice
Insertion A/B
Zend-
niveau
Retour-
niveau
Reverb
Chorus To
Reverb
Chorus
Master-effect
Master-EQ
OPMERKING
Effecttype Rev Cho Ins Beschrijving
REV-X HALL ––
Reverb die de akoestiek van
een concertzaal emuleert
met behulp van de REV-X-
technologie.
R3 HALL ––
Reverb die de akoestiek van
een concertzaal emuleert
met behulp van het algoritme
afgeleid van de Yamaha
ProR3.
SPX HALL 
Reverb die de akoestiek van
een concertzaal emuleert,
afgeleid van de Yamaha
SPX1000.