User Manual

Table Of Contents
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play
MOTIF XF Naslaggids
46
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Referentie
Gebruik van knoppen en
schuifregelaars
Een van de krachtigste performancefuncties van de
MOTIF XF is de uitgebreide set realtimeregelaars, met name
de knoppen en schuifregelaars. Hiermee kunt u een groot
aantal parameters aanpassen voor de huidige voice, zoals
effectdiepte, attack/release-eigenschappen, klankkleur
enzovoort. Met deze realtimeregelaars kunt u het geluid
tijdens het spelen wijzigen of snel de voice bewerken en
aanpassen. U kunt drie functies toewijzen aan elke knop,
die u één voor één kunt selecteren met de knop
[SELECTED PART CONTROL]. Elke keer dat u op deze knop
drukt, gaat het lampje achtereenvolgens van boven naar
beneden branden: TONE 1 TONE 2 ARP FX.
Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als de [E] (Edit)-indicator verschijnt in de
rechterbovenhoek van de display, kan de huidige voice
worden opgeslagen (pagina 54) als een nieuwe
gebruikersvoice.
Als u de knop [SELECTED PART CONTROL] enkele
seconden lang ingedrukt houdt, gaan het huidige lampje
en het TONE 1-lampje afwisselend branden.
Een rode punt op de knop of schuifregelaar geeft aan
op welke waarde de knop of schuifregelaar is ingesteld.
Het verschuiven van de knop of schuifregelaar heeft geen
effect op het geluid totdat dit punt wordt bereikt. Als u
de knop of schuifregelaar voorbij dit punt verplaatst,
verdwijnt de rode punt en heeft het verschuiven van
de knop of schuifregelaar weer invloed op het geluid.
U kunt de functies bevestigen die aan de acht knoppen
in de display Voice Play zijn toegewezen en worden
opgeroepen met de knop [F1]. Wanneer er een andere
display dan de display Voice wordt weergegeven, kunt u
de knopfuncties bevestigen door te drukken op de knop
[SELECTED PART CONTROL], waarmee het venster
Control Function wordt opgeroepen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Rode punt (huidige waarde)
Knopfuncties
1 Wanneer het lampje TONE 1 brandt:
Als knop 1 en 2 worden bewogen, veranderen de filterparameters op de display EG/EQ. Als knop 3 – 6
worden bewogen, veranderen de Amplitude EG-parameters.
Knop 1 CUTOFF Hiermee verhoogt of verlaagt u de filterafsnijfrequentie (pagina 51) om de helderheid van de klank aan
te passen.
Knop 2 RESONANCE Hiermee verhoogt of verlaagt u de resonantie (pagina 51) die het signaal in het gebied van de
afsnijfrequentie versterkt. Door de boventonen in dit gebied te benadrukken, kunt u een
onderscheidende 'scherpe' klank produceren die het geluid helderder en harder maakt.
Knop 3 ATTACK Hiermee verhoogt of verlaagt u de EG-attacktijd (pagina 51) van de huidige voice. Hoe kleiner
de waarde is, hoe sneller de attack.
Knop 4 DECAY Hiermee verhoogt of verlaagt u EG-decaytijd (pagina 51) van de huidige voice, waarmee wordt
bepaald hoe snel het volume afneemt van het maximale attackniveau tot sustainniveau. Hoe kleiner
de waarde is, hoe sneller het geluid wegsterft.
Knop 5 SUSTAIN Hiermee verhoogt of verlaagt u het EG-sustainniveau (pagina 51) waarop het volume wordt
vastgehouden zolang de toets ingedrukt blijft, na de initiële attack en decay. Draai de knop tegen
de klok in om het geluid scherper af te kappen na de decay.
Knop 6 RELEASE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de EG-releasetijd (pagina 51) van het geluid, waarmee wordt bepaald
hoe snel het volume afneemt van het sustainniveau tot nul zodra een toets wordt losgelaten. Hoe lager
de waarde is, hoe sneller de release.
Knop 7 ASSIGN 1 Een groot aantal verschillende functies kan aan deze knoppen worden toegewezen. U kunt de
functies bevestigen die momenteel aan deze knoppen in de display Voice Play zijn toegewezen
(pagina 48). In de display Controller Set (pagina 61) van de modus Voice Common Edit kunt u de
functies aan deze knoppen toewijzen.
Knop 8 ASSIGN 2
2 Wanneer het lampje TONE 2 brandt:
Als knop 1 – 5 worden bewogen, veranderen de EQ-parameters op de display EG/EQ (pagina 51).
Als knop 6 – 8 worden bewogen, veranderen de parameters op de display Play Mode (pagina 55) en de
display Effect Connect (pagina 64) in de modus Voice Common Edit.
Knop 1 EQ LOW Hiermee verhoogt of verlaagt u de EQ Low Gain (pagina 51) om het geluid aan te passen.
Knop 2 EQ MID F
(EQ Middle Frequency)
Hiermee verhoogt of verlaagt u de EQ Middle Frequency (pagina 51) waarvoor de band wordt
aangepast via knop 3 (EQ MID).
Knop 3 EQ MID (EQ Middle Gain) Hiermee verhoogt of verlaagt u de EQ Middle Gain (pagina 51) om de huidige voice te wijzigen.
1
2
3
[SELECTED PART CONTROL]-knop