User Manual

Table Of Contents
Een normale voice bewerken
MOTIF XF Naslaggids
60
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Referentie
3 Quantize Strength
Hiermee wordt de 'sterkte' ingesteld waarmee nootevents
naar de dichtstbijzijnde quantizeertellen worden getrokken.
Een instelling van 100% leidt tot een exacte timing die is
ingesteld via de Quantize Value-parameter hierboven.
Een instelling van 0% leidt tot geen quantizering.
Een instelling van 50% resulteert erin dat de nootevents
naar het punt halverwege 0% en 100% worden getrokken.
U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: 0% – 100%
4 Swing*
Hiermee vertraagt u noten op evengenummerde tellen
(backbeats) om een swinggevoel te creëren. Instellingen
boven de 1% verlengen de aanslagsnelheid van de
arpeggionoten, terwijl instellingen beneden de 1% deze
verkorten. Een instelling van 0 leidt tot een exacte timing die
is ingesteld via de Quantize Value-parameter hierboven, wat
resulteert in geen swing. Als u deze instelling verstandig
toepast, kunt u swingritmen en een trioolgevoel creëren,
zoals shuffle en bounce.
U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: -120 – +120
5 Velocity Rate
Hiermee wordt bepaald hoeveel de aanslagsnelheid van het
afspelen van de arpeggio wordt gewijzigd ten opzichte van de
oorspronkelijke waarde. Een instelling van 100% betekent
bijvoorbeeld dat de oorspronkelijke aanslagsnelheden worden
gebruikt. Instellingen beneden de 100% verlagen de
aanslagsnelheid van de arpeggionoten, terwijl instellingen
boven de 100% de aanslagsnelheid verhogen. Als de
resulterende aanslagsnelheidswaarde kleiner is dan nul, wordt
deze ingesteld op 1. Als de resulterende aanslagsnelheid
groter is dan 128, wordt deze ingesteld op 127.
Instellingen: 0 – 200%
6 Gate Time Rate
Hiermee wordt bepaald hoeveel de gatetijd (lengte) van
de arpeggionoten wordt gewijzigd ten opzichte van de
oorspronkelijke waarde. Een instelling van 100% betekent dat
de oorspronkelijke gatetijden worden gebruikt. Instellingen
beneden de 100% verkorten de gatetijden van de
arpeggionoten, terwijl instellingen boven de 100% de
gatetijden verlengen. De gatetijd kan niet verder worden
verlaagd dan het normale minimum van 1. Alle waarden buiten
dit bereik worden automatisch beperkt tot het minimum.
Instellingen: 0 – 200%
7 Octave Range
Hiermee wordt het maximale arpeggiobereik in octaven
opgegeven. Met een positieve waarde wordt het octaafbereik
voor het afspelen van de arpeggio verhoogd, terwijl een
negatieve waarde dit bereik verlaagt. U kunt deze parameter
rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: -3 – +0 – +3
8 Loop
Als deze parameter wordt ingeschakeld, wordt de arpeggio
herhaald terwijl de noten ingedrukt blijven. Als deze
parameter wordt uitgeschakeld, wordt de arpeggio slechts
eenmaal afgespeeld, zelfs als de noten ingedrukt blijven.
Instellingen: off, on
9 Trigger Mode
Als deze parameter wordt ingesteld op 'gate', wordt het
afspelen van de arpeggio gestart bij het indrukken van de
noot. Het afspelen wordt gestopt als u de noot weer loslaat.
Als deze parameter wordt ingesteld op 'toggle', wordt het
afspelen van de arpeggio gestart en gestopt met het
indrukken van de noot. Als u de noot weer loslaat, is dit niet
van invloed op het afspelen van de arpeggio. U wordt
aangeraden deze parameter in te stellen op 'gate'.
Instellingen: gate, toggle
De instelling 'toggle' van de modus Trigger krijgt voorrang
boven de instelling 'on' bij Hold in de hoofddisplay
Arpeggio (pagina 58). Met andere woorden: zelfs als
de parameter Hold is ingesteld op 'on', wordt met het
indrukken van de noot het afspelen van de arpeggio
gestart/gestopt als de modus Trigger is ingesteld
op 'toggle'.
) Accent Vel Threshold
(Accent Velocity Threshold)
Bepaalde arpeggiotypen beschikken over speciale
sequencedata die 'accentfrase' worden genoemd en die
alleen worden afgespeeld als een aanslaggevoeligheid
wordt ontvangen die hoger ligt dan een opgegeven waarde.
Met deze parameter wordt de minimale aanslaggevoeligheid
bepaald die de accentfrase activeert.
Instellingen: off, 1 – 127
! Accent Start Quantize
Hiermee wordt het beginpunt bepaald van de accentfrase
als de aanslaggevoeligheid die wordt opgegeven bij Accent
Vel Threshold hierboven wordt ontvangen. Als de parameter
wordt ingesteld op 'off', start de accentfrase zodra de
aanslaggevoeligheid wordt ontvangen. Als de parameter
wordt ingesteld op 'on', wordt de accentfrase gestart op
de tel die is ingesteld voor elk arpeggiotype nadat de
aanslaggevoeligheid is ontvangen.
Instellingen: off, on
@ Random SFX
Bepaalde arpeggiotypen beschikken over de functie
Random SFX die speciale geluiden activeert, zoals de
fretruis op een gitaar, als de noot wordt losgelaten. Met deze
parameter wordt bepaald of Random SFX is in- of
uitgeschakeld.
Instellingen: off, on
# Random SFX Velocity Offset
Hiermee wordt bepaald hoeveel de aanslagsnelheid van
de Random SFX-noten wordt gewijzigd ten opzichte van
de oorspronkelijke waarde. Als de resulterende
aanslagsnelheidswaarde kleiner is dan nul, wordt deze
ingesteld op 1. Als de resulterende aanslagsnelheid groter
is dan 128, wordt deze ingesteld op 127.
Instellingen: -64 – +0 – +63
$ Random SFX Key On Control
Als deze parameter wordt ingesteld op 'on', wordt het
speciale geluid van Random SFX afgespeeld met de vooraf
geprogrammeerde aanslaggevoeligheid. Als de parameter
wordt ingesteld op 'off', wordt het speciale geluid van
Random SFX afgepeeld met de aanslaggevoeligheid die
wordt gegenereerd als de noot wordt aangeslagen.
Instellingen: off, on
OPMERKING