User Manual

Table Of Contents
Een normale voice bewerken
MOTIF XF Naslaggids
71
(gepunctueerde kwartnoten), 2nd (halve noten), whole/3
(hele-noottriolen), 2nd. (gepunctueerde halve noot),
4thx4 (groepen van vier kwartnoten; vier kwartnoten per
tel), 4thx5 (groepen van vijf kwartnoten; vijf kwartnoten
per tel), 4thx6 (groepen van zes kwartnoten; zes
kwartnoten per tel), 4thx7 (groepen van zeven
kwartnoten; zeven kwartnoten per tel), 4thx8 (groepen
van acht kwartnoten; acht kwartnoten per tel)
! Vel Cross Fade (Velocity Cross Fade)
Hiermee wordt bepaald hoe het geluid van een element
geleidelijk in volume afneemt in verhouding tot de afstand
van aanslagsnelheidswijzigingen buiten de instelling voor
Velocity Limit (@). Bij de instelling 0 is geen geluid hoorbaar
buiten de aanslagbegrenzing. Hoe hoger de waarde is,
hoe geleidelijker de niveauvermindering. De praktische
toepassing van deze parameter is het maken van natuurlijk
klinkende aanslagcrossfades, waarin verschillende
elementen (golfvormen) geleidelijk veranderen afhankelijk
van hoe hard of zacht u speelt.
Instellingen: 0 – 127
@ Velocity Limit
Hiermee worden de minimum- en maximumwaarden bepaald
van het aanslagbereik waarbinnen elk element reageert.
Elk element klinkt alleen voor noten die binnen het
bijbehorende opgegeven aanslagbereik worden gespeeld.
Zo kunt u bijvoorbeeld het ene element laten klinken als u
zacht speelt en het andere wanneer u hard speelt. Als u eerst
de maximumwaarde opgeeft en daarna de minimumwaarde,
bijvoorbeeld '93 tot 34', bedraagt het aanslagbereik '1 tot 34'
en '93 tot 127'.
Instellingen: 1 – 127
# Note Limit
Hiermee worden de laagste en de hoogste noot van het
toetsenbordbereik bepaald voor elk element. Het
geselecteerde element is alleen hoorbaar wanneer u noten
binnen dit bereik speelt. Als u eerst de hoogste noot opgeeft
en daarna de laagste noot, bijvoorbeeld 'C5 tot C4',
bedraagt het nootbereik 'C-2 tot C4' en 'C5 tot G8'.
Instellingen: C -2 – G8
U kunt de toets ook rechtstreeks vanaf het toetsenbord
instellen door de knop [SF6] INFO ingedrukt te houden en
op de gewenste toets te drukken. Zie pagina 37 voor
meer informatie.
$ Ins Effect Output (Insertion Effect Output)
Hiermee wordt bepaald welk invoegeffect (A of B) wordt
gebruikt voor de verwerking van elk afzonderlijk element.
Met de instelling 'thru' kunt u de invoegeffecten voor de
desbetreffende toets negeren. Deze parameter is hetzelfde
als Element Out 1 – 8 in de display Connect (pagina 64) in
Voice Common Edit. Indien u hier een waarde instelt, wordt
ook de waarde van die parameter automatisch gewijzigd.
Wanneer INSERTION CONNECT is ingesteld op 'ins L', wordt
het signaal van elk element uitgevoerd naar Insertion L,
ongeacht de instellingen hier.
Instellingen: thru (door), ins A (Insertion A), ins B (Insertion B)
Toonhoogte-instellingen—
[F2] Pitch
1 Coarse (Coarse Tuning)
Hiermee wordt de toonhoogte van elk element bepaald
in halve tonen.
Instellingen: -48 semi – +0 semi – +48 semi
2 Fine (Fine Tuning)
Hiermee wordt de toonhoogte van elk element bepaald
in cents.
Instellingen: -64 cent – +0 cent – +63 cent
3 Pitch Velocity Sens (Pitch Velocity Sensitivity)
Hiermee wordt bepaald hoe de toonhoogte van het element
reageert op de aanslag. Bij positieve instellingen wordt de
toonhoogte hoger naarmate u harder op het toetsenbord
speelt, bij negatieve waarden gaat de toonhoogte omlaag.
Bij een instelling van '0' blijft de toonhoogte ongewijzigd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
4 Fine Scaling Sens (Fine Scaling Sensitivity)
Hiermee wordt de mate bepaald waarin de noten (met name
hun positie of octaafbereik) van invloed zijn op de
toonhoogte bij de fijnstemming (hierboven ingesteld) van het
geselecteerde element, waarbij C3 als de basistoonhoogte
wordt beschouwd. Bij een positieve instelling wordt de
toonhoogte van lagere noten naar beneden gewijzigd en die
van hogere noten naar boven. Negatieve waarden hebben
het tegenovergestelde effect.
Instellingen: -64 – +0 – +63
5 Random
Hiermee kunt u de toonhoogte van het element op
willekeurige wijze variëren voor elke noot die u speelt.
Hoe hoger de waarde is, hoe groter de variatie in
toonhoogte. Bij een waarde van '0' blijft de toonhoogte
ongewijzigd.
Instellingen: 0 – 127
OPMERKING
Stemmen en toonhoogteschaalverdeling—
[SF1] Tune
1
2
3
4
5
6
7