User Manual

Table Of Contents
Een drumvoice bewerken
MOTIF XF Naslaggids
89
De helderheid afstemmen met
het filter—[F3] Filter
Elke drumtoets heeft een eigen onafhankelijk
laagdoorlaatfilter en hoogdoorlaatfilter. U kunt de
klankkleureigenschappen van elk drumgeluid aanpassen via
het instellen van de afsnijfrequentie en de resonantie.
1 Cutoff*
Hiermee verhoogt of verlaagt u de afsnijfrequentie van het
laagdoorlaatfilter om de helderheid van de klank aan te
passen. U kunt het geluid helderder maken door de
afsnijfrequentie te verhogen en donkerder maken of dempen
door deze te verlagen.
Instellingen: 0 – 255
2 Cutoff Velocity Sens
(Cutoff Velocity Sensitivity)*
Hiermee wordt bepaald hoe de afsnijfrequentie reageert
op aanslaggevoeligheid of de kracht waarmee de toetsen
worden bespeeld. Bij positieve instellingen wordt de
afsnijfrequentie hoger naarmate u het toetsenbord harder
bespeelt. De instelling '0' leidt niet tot een wijziging in de
afsnijfrequentie, afhankelijk van de aanslaggevoeligheid.
Bij negatieve instellingen stijgt de afsnijfrequentie minder
sterk naarmate u het toetsenbord zachter bespeelt.
Instellingen: -64 – +0 – +63
3 Resonance*
Hiermee bepaalt u de nadruk die aan de afsnijfrequentie
gegeven wordt, zodat aan het geluid meer karakter kan
worden verleend. Hogere waarden resulteren in een
sterker effect.
Instellingen: 0 – 127
4
HPF Cutoff (High Pass Filter Cutoff Frequency)*
Hiermee bepaalt u de afsnijfrequentie van het
hoogdoorlaatfilter.
Instellingen: 0 – 255
Instellingen amplitude—
[F4] Amplitude
In de volgende displays kunt u verschillende parameters
voor de geselecteerde drumtoets instellen, zoals Volume,
Pan en Amplitude EG.
1 Level*
Hiermee wordt het uitgangsniveau van de drumtoets
bepaald.
Instellingen: 0 – 127
2 Velocity Sens (Velocity Sensitivity)*
Hiermee wordt bepaald hoe het uitgangsniveau van de
drumtoets reageert op de aanslag. Bij positieve instellingen
wordt het uitgangsniveau hoger naarmate u het toetsenbord
harder bespeelt. De instelling '0' leidt niet tot een wijziging in
het uitgangsniveau. Bij negatieve instellingen wordt het
uitgangsniveau langzamer verhoogd naarmate u het
toetsenbord zachter bespeelt.
Instellingen: -64 – +0 – +63
3 Pan*
Hiermee wordt de stereopanpositie van het geluid
aangepast.
Instellingen: L63 (uiterst links) - C (midden) - R63 (uiterst rechts)
4 Alternate Pan
Hiermee wordt de hoeveelheid bepaald waarmee het geluid
beurtelings naar links en rechts wordt gepand voor elke toets
waarop u drukt, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de
panpositie hierboven in het midden is ingesteld. Hogere
waarden vergroten de breedte van het panbereik.
Instellingen: L64 – C – R63
5 Random Pan
Hiermee wordt de hoeveelheid bepaald waarmee het geluid
van de geselecteerde drumtoets willekeurig naar links
en rechts wordt gepand voor elke toets waarop u drukt.
De paninstelling (hierboven) wordt gebruikt als de centrale
panpositie.
Instellingen: 0 – 127
4
1
2
3
Key
2
1
3
4
5
6 7
9
8