User Manual

Table Of Contents
MOTIF XF Naslaggids
93
Spelen in de modus Performance
De modus Performance wordt gebruikt voor het selecteren, afspelen en bewerken van de gewenste performance. Performances
kunnen uit maximaal vier partijen (voices) bestaan, die worden geselecteerd uit partij 1 – 4 van de interne toongenerator.
De modus Performance Play is het belangrijkste 'portaal' voor het activeren van de modus Performance. Op deze locatie kunt
u een performance selecteren en afspelen. Bepaalde performance-instellingen kunnen in deze modus ook worden bewerkt.
Druk op de knop [PERFORM] om de modus Performance te activeren en de display Performance Play te openen.
Een performance selecteren
De MOTIF XF beschikt over 128 performances in
de gebruikersbanken 1 – 4.
Het selecteren van een performance gebeurt in principe
op dezelfde manier als het selecteren van een voice
(zie pagina 44). Net als in de modus Voice Play, kunt u in de
modus Performance Play de functies Category Search en
Favorite Category (pagina 45) gebruiken. Houd er rekening
mee dat u met de categoriefunctie in de modus Performance
de knoppen Bank, Group en Number niet kunt gebruiken.
Een partij in- of uitschakelen
In de modus Performance Play kunt u de vier partijen van de
huidige performance naar wens in- of uitschakelen. U kunt
dit doen door op de knop [PERFORM] te drukken om de
modus Performance Play te activeren.
U kunt afzonderlijke partijen in- en uitschakelen met behulp
van de functie Mute.
1 Druk op de knop [PERFORMANCE CONTROL].
Het lampje van de knop PERFORMANCE CONTROL gaat
branden ten teken dat elke partij in- of uitgeschakeld
kan worden.
2 Druk op een van de nummerknoppen [9] – [12].
Het lampje van de ingedrukte knop gaat uit en de
bijbehorende partij wordt gedempt.
Druk nogmaals op dezelfde knop op het lampje aan te
zetten en de dempfunctie voor die partij op te heffen.
U kunt meerdere partijen in- en uitschakelen door de
betreffende knoppen in te drukken.
U kunt partijen ook dempen via de knoppen [MUTE]
en [PART SELECT]. Druk op de knop [MUTE]
(het lampje gaat branden) en vervolgens op de
desbetreffende nummertoets [1] – [4] om de
gewenste partij te dempen en het dempen weer
uit te schakelen.
De functie Solo is het tegenovergestelde van Mute. Hiermee
kunt u meteen een specifieke partij solo laten klinken en alle
andere partijen dempen.
1 Druk op de knop [SOLO].
Het lampje [SOLO] gaat branden ten teken dat Solo is
ingeschakeld.
2 Druk op een van de nummerknoppen [1] – [4].
Het lampje van de ingedrukte knop gaat knipperen en
alleen de bijbehorende partij klinkt.
Druk op een andere nummerknop om de solo
afgespeelde partij te wijzigen.
Druk op de knop [TRACK] of [PERFORMANCE
CONTROL] om Mute en Solo af te sluiten.
De functie Arpeggio gebruiken
Met de arpeggiofunctie kunt u ritmepatronen, riffs en frasen
triggeren met behulp van de huidige voice. Hiervoor slaat u
gewoon een of meer noten op het toetsenbord aan. In de
modus Performance kunt u vier arpeggiotypen toewijzen
aan de vier partijen. Dit betekent dat de arpeggiotypen
tegelijkertijd kunnen worden afgespeeld. Selecteer de
verschillende performances en beluister de bijbehorende
arpeggiotypen.
Zie pagina 15 voor meer informatie over arpeggio.
Omdat aan de vooraf ingestelde performances reeds eigen
arpeggiotypen zijn toegewezen, kunt u de arpeggio afspelen
door de gewenste performance te selecteren, de knop
[ARPEGGIO ON/OFF] in te schakelen en vervolgens een
noot aan te slaan. De instructies voor het gebruik van
arpeggio zijn feitelijk dezelfde als voor de modus Voice.
Specifieke partijen in- en uitschakelen
(functie Mute)
1
2
OPMERKING
Een specifieke partij instellen op solo
De functie Arpeggio gebruiken in
de modus Performance
1
2
OPMERKING
OPMERKING