Operation Manual

3-10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Aanbrengen van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover
elkaar, steek de tankdop in de tan-
kopening en druk de dop omlaag.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem
dan uit.
3. Sluit het paneel.
DWA00047
X@
Controleer of de tankdop correct is
afgesloten en vergrendeld alvorens te
gaan rijden.
1. Tegenover elkaar
DAU03753
Brandstof
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@
88
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
88
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
2
1
1. Vulopening brandstoftank
2. Brandstofniveau
DAU00185
<>
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 25 (1,1)