Operation Manual

5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU03981
X@
88
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
88
Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
88
Start de motor om veiligheidsre-
denen te allen tijde met de mid-
denbok naar beneden.
88
Blijf met uw handen en voeten bij
het achterwiel vandaan wanneer
de middenbok uitgeklapt is terwijl
de motor draait.
DAU03843
Starten van de motor
DC000046
<>
Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens de
machine in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
DW000054
X@
88
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-16.
88
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar ON en
controleer of de noodstopschakelaar
op # is gezet.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken terwijl de voor- of achter-
rem wordt bekrachtigd.
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden aaaneen
draaien. Als de motor niet wil starten
draai dan de gasgreep 1/8 slag open en
probeer het nog eens.
DC000004
<>
Wanneer de toerenteller een foutcode
aangeeft, moet de scooter zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 38 (1,1)