Operation Manual

6-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8
*
Achterrem
Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.)
√√√√
Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9
*
Remslangen
Controleren op scheuren of beschadiging. √√√√
Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.) Elke 4 jaar
10
*
Wielen Controleren op slingering en schade. √√√√
11
*
Banden
Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
Zo nodig vervangen.
Bandspanning controleren.
Zo nodig corrigeren.
√√√√
12
*
Wiellagers Lager controleren op losheid of schade. √√√√
13
*
Balhoofdlagers
Controleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
14
*
Framebevestigingen
Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
√√√√
15
Zijstandaard,
middenbok
Werking controleren.
Smeren.
√√√√
16
*
Zijstandaardschakelaar Werking controleren. √√√√√
17
*
Voorvork Controleren op werking en olielekkage. √√√√
18
*
Schokdemperunit Controleren op werking en schokdemper op olielekkage. √√√√
19
*
Carburateurs
Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.
√√√√√
NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
KILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 47 (1,1)