Operation Manual
6-5
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03884
OPMERKING:
8 Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
8 Hydraulisch remsysteem
9 Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
9 Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de rem-
vloeistof worden ververst.
9 De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
20 Motorolie
• Verversen. (Zie pagina 3-2 voor nadere informatie over het
waarschuwingslampje olieverversen.)
√ 4.000 km na de eerste 1.000 km
Zodra het controlelampje gaat branden
(na elke 5.000 km)
21 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
22
*
Koelsysteem
• Koelvloeistofniveau controleren en machine inspecteren op
koelvloeistoflekkage.
√√√√ √
• Verversen. Elke 3 jaar
23 Kettingkastolie
• Controleer de machine op olielekkage.
• Verversen.
√√√√
24
*
V-snaar • Vervangen. √√
25
*
Remlichtschakelaars
voor- en achterrem
• Werking controleren. √√√√√ √
26
Bewegende delen en
kabels
• Smeren. √√√√ √
27
*
Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars
• Werking controleren.
• Richthoek koplamplichtbundel afstellen.
√√√√√ √
NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
KILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 48 (1,1)