Operation Manual

7-4
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
Stalling
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en
droge plek en bescherm zo nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stalling-
hoes.
DCA00015
<>
88
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een dekzeil, zal water en
vocht kunnen binnendringen en
roestvorming veroorzaken.
88
Voorkom corrosie door de machi-
ne niet te stallen in een vochtige
kelder, een stal (i.v.m. de aanwe-
zigheid van ammoniakdamp) en in
een opslagruimte voor sterke che-
micaliën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de para-
graaf Verzorging in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de
afgetapte brandstof terug in de
brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien verkrijg-
baar) toe om roestvorming in de tank
en achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet een theelepeltje motorolie in
de bougiegaten.
c. Breng de bougiedoppen aan op
de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor. (De
cilinderwanden worden zo geo-
lied.)
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan.
DWA00003
X@
Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de
motor wordt rondgedraaid.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 87 (1,1)