Operation Manual

Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
Gebruikershandleiding
44
Basisprocedure in Function
Volg de onderstaande stappen om de functies te gebruiken.
(Als u het overzicht verliest terwijl u een functie gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees
de basisprocedure.)
1. Activeer de functiemodus.
Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] zodat de bijbehorende indicator
[FUNCTION] oplicht.
wordt weergegeven in de display. (De indicatie '
.
' varieert afhankelijk
van de status van het apparaat en het gebruik.)
2. Selecteer een functie.
Gebruik de knoppen [TEMPO/FUNCTION , ] om de gewenste functie
F1 – F7 te selecteren.
Wanneer (met de submodus) is geselecteerd, gaat u naar stap 3.
Wanneer F1 of F5 (zonder submodus) is geselecteerd, gaat u naar stap 5.
3.
Druk op de knop [+/YES] om de submodus te activeren.
4. Selecteer een submodus.
Gebruik de knoppen [TEMPO/FUNCTION , ] om de gewenste submodus te
selecteren.
5. Gebruik de knoppen [–/NO] en [+/YES] om de aan/
uit-instelling te wijzigen, het type te selecteren of
de waarde te wijzigen.
De standaardinstelling (die wordt gebruikt als het instrument voor het eerst
wordt aangezet) wordt teruggeroepen door tegelijkertijd op de knoppen
[–/NO]
en [+/YES] te drukken.
6.
Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] om Function
af te sluiten.
De indicator [TEMPO] licht op.
3 5
1246
Procedure
OPMERKING
Functies kunnen niet worden
geselecteerd tijdens de demo-/
songselectie-/file-
handelingsmodus of als de
recorder voor gebruikerssongs
aan is.
OPMERKING
U kunt op elk gewenst moment op
de knop [FUNCTION] drukken
om de Function-modus te
verlaten.
Gewenste functie Submodus
Gewenste functie
Submodus
OPMERKING
Nadat u de functie hebt
geselecteerd, wordt de huidige
instelling getoond als voor het
eerst op de knop [–/NO] of
[+/YES] wordt gedrukt.
YDP181E.book Page 44 Friday, April 2, 2010 12:44 PM