Operation Manual

Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
Gebruikershandleiding
47
In deze sectie komt een reeks andere functies
aan bod, zoals het toewijzen van de werking van
het linkerpedaal aan een van verschillende modi
en het selecteren van specifieke songkanalen
voor afspelen.
1. Activeer de functiemodus en selecteer .
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus van
de overige functies te activeren en gebruik
vervolgens de knoppen [TEMPO/FUNCTION
, ] om de gewenste submodus te
selecteren.
Druk op de knop [–/NO] of [+/YES] om de
gewenste pedaalfunctie te selecteren of de
waarden toe te wijzen.
Submodus
F4.1 Linkerpedaalmodus
Instelbereik:
1. Softpedaal
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de
klankkleur van de gespeelde noten enigszins terwijl
het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen
invloed op de noten die reeds klinken.
2. Song afspelen/pauzeren
Deze modus maakt het mogelijk het afspelen van de
song te starten of te onderbreken. In deze modus
werkt het linkerpedaal op dezelfde manier als de knop
SONG [PLAY/PAUSE] op het paneel.
Normale instelling: 1 (Softpedaal)
F4.2 Effectdiepte softpedaal
Instelbereik: 1 – 5
Normale instelling: 3
Deze functie stelt de diepte van het effect van het
softpedaal in.
F4.3 Songkanaalselectie
Instelbereik: ALL, 1&2
Normale instelling: ALL
Deze instelling is alleen van invloed op Disklavier Piano
Soft-songs en niet-beveiligde externe songs. U kunt
opgeven welke songkanalen worden afgespeeld op dit
instrument. Als 'ALL' wordt geselecteerd, worden de
kanalen 1 – 16 afgespeeld. Als '1&2' wordt geselecteerd,
worden alleen kanalen 1 en 2 afgespeeld, terwijl kanalen
3 – 16 worden verzonden via MIDI.
U kunt het volume van het metronoomgeluid
veranderen.
Gebruik deze functie om het
metronoomvolume aan te passen.
1. Activeer de functiemodus en selecteer .
2. Gebruik de knoppen [–/NO] en [+/YES] om
het metronoomvolume naar wens in te
stellen.
Instelbereik: 1 – 20
Normale instelling: 10
F4.
Overige functies
F5.
Metronoomvolume
OPMERKING
SNELLE MANIER:
U kunt direct naar de metronoomfuncties springen door
op de knop [TEMPO/
FUNCTION] te drukken, terwijl de knop
METRONOME [ON/OFF]
ingedrukt wordt gehouden.
Als u de functiemodus wilt verlaten, drukt u op de knop
[TEMPO/FUNCTION] zodat de indicator TEMPO oplicht.
YDP181E.book Page 47 Friday, April 2, 2010 12:44 PM