Operation Manual

Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
Gebruikershandleiding
48
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in
de MIDI-instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI het
gedeelte 'Informatie over MIDI' (pagina 51).
1. Activeer de functiemodus en selecteer .
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus
van de MIDI-functie te activeren en gebruik
vervolgens de knoppen [TEMPO/FUNCTION
, ] om de gewenste submodus te
selecteren.
Druk op de knop [–/NO] of [+/YES] om een
geselecteerde parameter in te stellen.
Submodus
F6.1: Selectie van MIDI-zendkanaal
In elke MIDI-opstelling moeten de MIDI-kanalen van de
zendende en die van de ontvangende apparatuur
overeenkomen voor een juiste dataoverdracht.
Deze parameter maakt het mogelijk om het kanaal aan te
geven dat door het instrument wordt gebruikt voor het
verzenden van MIDI-data.
Instelbereik: 1 – 16, OFF (niet verzenden)
Normale instelling: 1
F6.2: Selectie van MIDI-ontvangstkanaal
In elke MIDI-opstelling moeten de MIDI-kanalen van de
zendende en die van de ontvangende apparatuur
overeenkomen voor een juiste dataoverdracht. Deze
parameter maakt het mogelijk om het kanaal aan te
geven dat door het instrument wordt gebruikt voor het
ontvangen van MIDI-data.
Instelbereik: ALL, 1&2, 1 – 16
Normale instelling: ALL
F6.3: Lokale besturing ON/OFF
"Lokale besturing" verwijst naar het feit dat normaal het
toetsenbord zijn interne toongenerator bestuurt,
waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord
kunnen worden bespeeld. In deze situatie is 'Lokale
besturing' ingeschakeld aangezien de interne
toongenerator lokaal wordt bestuurd door het eigen
toetsenbord.
Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het
toetsenbord van de niet de interne voices bespeelt, maar
de desbetreffende MIDI-informatie nog wel wordt
verzonden via de aansluiting MIDI OUT als er noten op
het toetsenbord worden gespeeld. Tegelijkertijd reageert
de interne toongenerator wel op MIDI-informatie die via
de aansluiting MIDI IN wordt ontvangen.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling: ON
F6.4: Programmawijziging ON/OFF
Normaal gesproken reageert het instrument op MIDI-
programmawijzigingsnummers die worden ontvangen
van een extern toetsenbord of ander MIDI-apparaat,
waardoor de overeenkomstig genummerde voice wordt
geselecteerd op het overeenkomstige kanaal (de
toetsenbordvoice verandert niet). Het instrument
verzendt normaal ook een MIDI-
programmawijzigingsnummer als een van zijn voices
wordt geselecteerd, waardoor de overeenkomstig
genummerde voice of het bijbehorende programma
wordt geselecteerd op het externe MIDI-apparaat, als het
apparaat is ingesteld op het ontvangen van en het
reageren op MIDI-programmawijzigingsnummers.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en
verzending van programmawijzigingsnummers te
annuleren, zodat voices op het instrument kunnen
worden geselecteerd zonder het externe MIDI-apparaat
te beïnvloeden.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling: ON
F6.
MIDI-functies
OPMERKING
In de duale modus worden de data van Voice 1 naar het opgegeven
kanaal en de data van Voice 2 naar het eerstvolgende
kanaalnummer verzonden. In deze modus worden er geen data
verzonden als het zendkanaal is ingesteld op 'OFF'.
OPMERKING
Song-gegevens worden niet verzonden via de MIDI-aansluitingen.
De kanalen 3 – 16 van Disklavier Piano Soft-songs en niet-
beveiligde externe songs worden echter wel verzonden via de MIDI-
aansluitingen, afhankelijk van de instelling Songkanaalselectie
(pagina 47).
OPMERKING
ALL:
Ontvangstmodus voor meerdere kanalen. Dit maakt gelijktijdige
ontvangst van verschillende partijen op alle 16 MIDI-kanalen
mogelijk, waardoor het instrument in staat wordt gesteld songdata
met meerdere kanalen te ontvangen van F6.6 of sequencer.
1&2:
Ontvangstmodus '1&2'. Dit maakt gelijktijdige ontvangst op alleen
kanaal 1 en 2 mogelijk, waardoor het instrument alleen de op kanaal
1 en 2 ontvangen songdata van een muziekcomputer of sequencer
kan afspelen.
OPMERKING
Programmawijzigingen en andere boodschappen dan
kanaalboodschappen die worden ontvangen, hebben geen invloed
op de paneelinstellingen van het instrument of wat er wordt
gespeeld op het toetsenbord.
OPMERKING
Er vindt geen MIDI-ontvangst plaats als de demomodus is
geactiveerd of tijdens file-handelingen.
OPMERKING
Zie het gedeelte 'MIDI-gegevensindeling' op de website voor
informatie over programmawijzigingsnummers voor elk van de
voices van het instrument.
http://www.yamaha.co.jp/manual/
YDP181E.book Page 48 Friday, April 2, 2010 12:44 PM